Kennelijke misslagen. Kantonrechter heeft zich ten onrechte bevoegd verklaard: ging niet om inbreuk- of geldigheidsprocedure, maar om een artikel 94 (1) GmeV of artikel 79 (1) GmoV procedure, waardoor EEX-Vo van toepassing is en NL rechter in casu niet bevoegd is. Kantonrechter had – als hij bevoegd was geweest – geen bewindsvoerder mogen benoemen: stond niet vast dat merken en modellen aan partijen gezamenlijk toebehoorden. Kantonrechter had volgens artikel 16 (1) GmeV en artikel 27 GmoV Belgisch recht moeten toepassen: geen rechtskeuze toegestaan.
MERKENRECHT – MODELRECHT
Geschil tussen de Hong Kong vennootschap Playgo en haar ex-distributeur, een Belgische vennootschap, Trends2Com, op wiens naam, in overleg met Playgo, verschillende Gemeenschapsmerken en - modellen zijn ingeschreven. Later volgde een geschil omtrent de transfer agreement van deze merken en modellen. In 2012 heeft Trends2Com de kantonrechter te Den Haag verzocht een beheersregeling krachtens artikel 3:168 (2) BW te treffen voor de merken en modellen . De kantonrechter heeft zich bevoegd verklaard en vastgesteld dat er sprake is van een “deelgenootschap” en een bewindvoerder benoemd met betrekking tot de merken en modellen (IEPT20120621). Zie ook IEPT20130404. Een verzoek van Playgo tot opheffing van het bewind wegens rechterlijke misslagen is bij beschikking van 30 mei 2013 afgewezen.
Het hof oordeelt dat de kantonrechter zich ten onrechte bevoegd heeft verklaard in zijn beschikking van 21 juni 2012. Omdat het niet om een procedure ging die het gevolg is van een in artikel 96 GmeV of in artikel 81 GmoV bedoelde rechtsvordering (inbreuk en geldigheid), maar om een ander geschil betreffende Gemeenschapsmerken en –modellen, waarop op grond van artikel 94 (1) GmeV en artikel 79 (1) GmoV, de EEX-verordening van toepassing is. Op grond van de EEX-Verordening kon de Nederlandse rechter geen bevoegdheid ontlenen om kennis te nemen van de verzoeken van Trends2Com.
De enkele overweging van de rechtbank in de onrechtmatige daad procedure (een andere zaak) dat uit de stellingen van partijen volgt dat zij ervan uitgaan dat de merken en modellen aan hun gezamenlijk toebehoren rechtvaardigt niet het oordeel dat er een deelgenootschap was. De kantonrechter had moeten beoordelen of de merken en modellen aan partijen gezamenlijk toebehoren. Gezien de betwisting van Playgo had Trends2Com haar stelling dat sprake was van gemeenschap onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter had daarom...