Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20140502, HR, Hallmark

$
0
0

Klacht tegen onpartijdigheid van deskundige tijdig in eerste gedingstuk na rapport aangevoerd. Onvoldoende objectieve gronden voor twijfel aan onpartijdigheid deskundige wegens voormalig dienstverband en zakelijke relatie. Hof had eerst moeten oordelen of twijfel gerechtvaardigd was, voordat het Hof (onderdelen van) het deskundigenrapport aan oordeel ten grondslag legde.

PROCESRECHT

Cassatie inzake een geschil over de uitleg van een bepaling in een overeenkomst van overdracht, waarin de merken- en octrooirechten van eiser op een box waar wenskaarten en andere voorwerpen in kunnen worden opgeborgen aan Hallmark zijn overgedragen voor de Nederland/de Benelux. Het hof Den Haag heeft de vorderingen van eiser wegens schending van een bepaling uit deze overeenkomst afgewezen op grond van een rapport van een door Hallmark voorgestelde deskundige. Eiser had (volgens het hof te laat) tegen de benoeming van deze deskundige bezwaar aangevoerd. Het arrest van het hof wordt vernietigd.

3.3.1 […] Bij de beantwoording van de vraag op welk moment een partij dient te klagen indien haar tijdens het deskundigenonderzoek feiten en omstandigheden bekend worden die haar doen twijfelen aan de onpartijdigheid van de deskundige, geldt als uitgangspunt dat de klacht tijdig is aangevoerd indien zij door die partij naar voren wordt gebracht in haar eerste gedingstuk nadat het rapport van de deskundige is gedeponeerd. Dit kan anders zijn wanneer de eisen van een goede procesorde meebrengen dat de klacht eerder moet worden aangevoerd. Daaromtrent heeft het hof echter niets vastgesteld. [eiser] heeft zijn (nieuwe) bezwaar tegen de deskundige naar voren gebracht in zijn eerste gedingstuk nadat het deskundigenrapport was gedeponeerd, en derhalve tijdig.

Door te stellen dat de deskundige in het verleden bij Hallmark heeft gewerkt en een zakelijke relatie heeft met Hallmark heeft eiser voldoende omstandigheden gesteld die, objectief beschouwd, twijfel kunnen rechtvaardigen aan de onpartijdigheid van de deskundige in de zin van artikel 198 lid 1 Rv. Door te oordelen dat eiser moest aangeven welke onderdelen van het rapport getuigen van partijdigheid heeft het hof een onjuiste opvatting omtrent de op een partij rustende stelplicht aangenomen. Het is immers niet naar buiten kenbaar op welke plaatsen het rapport van een deskundige is beïnvloed door diens (gestelde) partijdigheid. Het hof moest oordelen of de voormelde twijfel gerechtvaardigd was, voordat hij het...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229