Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

Toegevoegde materie: artikel 123(2) EOV te streng toegepast?

$
0
0
IER 2014/2, nr. 13, p. 87-88, Andras Kupecz: "Mijn zorg op dit moment is echter dat de discussie nu uitsluitend lijkt te gaan over de al dan niet te strike toepassing van artikel 123(2), zonder daarbij de rest van het EOV in acht te nemen. Dit is problematisch omdat verschillende regelingen binnen het EOV onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Met name geldt dit voor prioriteit, nieuwheid, toegevoegde materie en nawerkbaarheid. In al die bepalingen staat het begrip disclosure centraal. En er kan maar één soort disclosure zijn in de zin van het EOV. [...]

Een voorbeeld van de werking van het uniform ‘concept of disclosure’ vinden we in de rechtspraak met betrekking tot zogenaamde enantiomeren, waarin bestendig wordt aangenomen (onlangs nog door de Hoge Raad in de Lundbeck/Tiefenbacher-zaak) dat een chemische stof nieuw is indien deze niet voor de prioriteitsdatum ‘beschikbaar’ was voor de vakman (in die zin dat de vakman de stof in geïndividualiseerde vorm moet hebben verkregen). Dit geldt (zelfs) ook als het racemische mengsel, dat de verschillende enantiomere vormen van een stof bevat, wél al bekend is. Om te kunnen komen tot dit, inmiddels algemeen aanvaarde, ‘fotografische’ nieuwheidsbegrip is de strikte uitleg van disclosure een noodzakelijke voorwaarde. Immers, als het EOB ruim zou omgaan met hetgeen de stand der techniek openbaart, is het heel wel denkbaar dat daaronder bijvoorbeeld ook enantiomeren in een racemisch mengsel zouden vallen...

Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229