IER 2014/2, nr. 14, p. 89-90, Anselm Kamperman Sanders: "Harmonisatie van het recht op bescherming van niet-openbaar gemaakte bedrijfsgeheimen van de Europese lidstaten is echter hoog nodig. Ofschoon de wetgeving in de individuele lidstaten op zich voldoet aan internationale minimumverplichtingen als de Conventie van Parijs en het TRIPS-verdrag, is het beeld gefragmenteerd. Waar in Nederland het arbeidsrecht, de onrechtmatige daad en het verbintenissenrecht het domein van bescherming van bedrijfsgeheimen bestrijkt, heeft bijvoorbeeld een land als Zweden aparte wetgeving op dit gebied, en wordt in Duitsland het recht van oneerlijke mededinging (mede) ingezet. Daarenboven is er discussie op gemeenschapsniveau of bedrijfsgeheimen aangemerkt zouden moeten worden als intellectuele-eigendomsrechten, zodat de Douaneverordening ingezet kan worden om goederen die door onrechtmatig gebruik van bedrijfsgeheimen zijn verkregen of geproduceerd aan de buitengrenzen van de EU kunnen worden tegengehouden. Daarnaast speelt de vraag in hoeverre de bescherming van bedrijfsgeheimen zou moeten vallen binnen de werkingssfeer van de Richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten...
↧