Vorderingen afgewezen, nu er een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat de bodemrechter het Nederlandse deel van het octrooi van GSK ('combinatie van atovaquon met proguanil voor de behandeling van protozoën infecties') zal vernietigen. Gebrek aan inventiviteit: op grond van de door Hutchinson gepresenteerde onderzoeksresultaten, zijn aanbeveling en de destijds gevoelde behoefte aan nieuwe werkzame antimalariamiddelen, bestond een zodanige positieve pointer dat de gemiddelde vakman nader onderzoek zou hebben verricht naar de combinatie atovaquon en proguanil.
OCTROOIRECHT
Eiseressen maken deel uit van het GlaxoSmithKline-concern van farmaceutische ondernemingen. Eiseres sub 1, The Wellcome Foundation, is houdster van Europees octrooi voor een “combinatie van atovaquon met proguanil voor de behandeling van protozoën infecties”. Eiseres sub 2, GSK, brengt onder de naam Malarone een antimalariamiddel volgens dit octrooi op de Nederlandse markt. Gedaagde Mylan heeft een marktvergunnng voor een eigen (generieke) antimalariamiddel, een filmomhuld tablet dat de combinatie van actieve bestanddelen atovaquon en proguanilhydrochloride in de verhouding 250:100 mg bevat. GSK vordert een inbreukverbod in Nederland, met nevenvorderingen waaronder een opgave en een recall. De vorderingen worden echter afgewezen, nu er een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat de bodemrechter het Nederlandse deel van het octrooi zal vernietigen.
Niet in geschil is dat het Mylan product onder de beschermingsomvang van het octrooi van GSK valt. Mylan heeft de vorderingen echter bestreden door aan te voeren dat het octrooi nietig is wegens gebrek aan inventiviteit. Uitgaande van een presentatie van één van de uitvinders, Hutchinson, op een congres negen maanden voor de prioriteitsdatum van het octrooi, geldt dat op de prioriteitsdatum bekend was dat combinatietherapie van atovaquon met tetracycline of proguanil in vitro potentiërende werking had en bij de profylaxe en behandeling van malaria in een kleinschalige, niet-gecontroleerde trial veelbelovende resultaten had opgeleverd. Gelet op de door Hutchinson gepresenteerde onderzoeksresultaten, zijn aanbeveling en de destijds gevoelde behoefte aan nieuwe werkzame antimalariamiddelen, bestond er een zodanig positieve pointer dat de gemiddelde vakman nader onderzoek zou hebben verricht naar de combinatie atovaquon en proguanil.
4.15. De slotsom is dat de voorzieningenrechter, met de Engelse rechter, van oordeel is...