DA heeft wanprestatie gepleegd door in strijd met mantelovereenkomst nieuwe formule te ontwikkelen, waarbij gebruik is gemaakt van DA-merk. Kort geding geschorst wegens verplichting uit mantelovereenkomst om eerst mediation te beproeven: partijen staan met rug tegen de muur en moeten met elkaar spreken.
PROCESRECHT
Coöperatieve drogisten-associatie (hierna: de coöperatie) heeft een mantelovereenkomst gesloten met de gedaagden (hierna ook: DA). De coöperatie stelt dat gedaagden inbreuk maken op de mantelovereenkomst door het zonder toestemming van alle partijen uit de MO in gebruik geven van de exclusieve DA-merken aan een derde, evenals het ontwikkelen van een met de exclusieve DA-formule concurrerende formule, onder gebruikmaking van dezelfde exclusieve DA-merken.
Volgens de voorzieningenrechter staat het DA niet vrij om de zogenaamde “DATR-formule” buiten het complex aan gemaakte afspraken met de Coöperatie om uit te rollen, waardoor wanprestatie wordt gepleegd. Omdat in de mantelovereenkomst is opgenomen dat eerst moet worden overlegd, daarna mediation dient plaats te vinden en daarna pas een gang naar de rechter bij geschillen, wordt de zaak geschorst. Ondanks dat het partijen in principe vrij staat om wel of niet voor mediation te kiezen, oordeelt de voorzieningenrechter dat in casu een uitzondering op dit uitgangspunt moet worden gemaakt. Partijen zijn het er over eens dat zij tot elkaar zijn veroordeeld, omdat de mantelovereenkomst slechts met wederzijds goedvinden kan worden beëindigt. In de zitting is aan de orde gekomen dat paartijen met de rug tegen de muur staan en dat uiteindelijk met elkaar gesproken moet worden. De voorzieningenrechter treft een ordemaatregel, inhoudende dat DA tot 11 september 2014, wanneer de schorsing eindigt, niet langer de inbreukmakende activiteiten mag verrichten.
IEPT20140619, Rb Gelderland, Coöperatieve Drogisten-Associatie v DA