Uitlatingen waarin politieambtenaar wordt beschuldigd van verkrachting en geweld onrechtmatig: ernstige beschuldigingen, geen steun in de feiten en geen aangifte gedaan. Geïntimeerde had gestelde misstand op minder schadelijke wijze aan de orde kunnen stellen. Geïntimeerde veroordeeld tot lijfsdwang: verbod en bevelen niet nageleefd, dwangsommen ineffectief en redelijk belang appellanten bij onverkorte naleving.
PUBLICATIE - PROCESRECHT
Hoger beroep in kort geding. Geïntimeerde is op 10 maart 2003 ingesloten op het politiebureau in Hoofddorp, waarbij appellante bijstand heeft verleend. Geïntimeerde stelt te zijn verkracht en slachtoffer te zijn van geweld bij deze insluiting. Hieromtrent heeft zij meerdere uitlatingen op internet en social media geplaatst. De Nationale ombudsman heeft haar klacht hierover afgewezen en een (voltooide) aangifte tegen de politieagent in kwestie heeft nooit plaatsgevonden. Geïntimeerde is in 2012 veroordeeld voor smaad en smaadschrift en er loopt nog een procedure bij de politierechter wegens uitlatingen in 2013. De voorzieningenrechter heeft in de onderhavige procedure de uitlatingen van geïntimeerde als onrechtmatig beoordeeld en onder andere een verbod en bevel tot verwijdering opgelegd. Appellanten vorderen onder andere een veroordeling tot lijfsdwang.
Het hof oordeelt dat de uitlatingen onrechtmatig zijn, omdat het ernstige beschuldigingen betreft die geen steun hebben in de feiten. Ook is van belang dat er geen aangifte is gedaan van de beweerde feiten. Geïntimeerde had de gestelde misstand op minder schadelijke wijze aan de orde kunnen stellen, bijvoorbeeld door wel aangifte te doen tegen appellante of door indiening van een klacht tegen de politie. Er is geen enkele rechtvaardiging voor het uiten van haar beschuldigingen en het telkenmale herhalen daarvan.
Geïntimeerde wordt veroordeeld tot lijfsdwang. Het hof erkent dat lijfsdwang een uiterst middel is, maar in casu is het middel aanvaardbaar. Het verbod en de bevelen van de voorzieningenrechter zijn niet nageleefd en de dwangsommen zijn niet effectief gebleken om naleving van het verbod en de bevelen te bewerkstelligen, terwijl appellanten een redelijk belang hebben bij de onverkorte naleving daarvan. Geïntimeerde heeft een beperkte draagkracht en heeft geen serieus voornemen om zich in de toekomst te houden aan de opgelegde bevelen en verboden. De termijn van ten uitvoerlegging van de lijfsdwang wordt gesteld op 18 maanden.
IEPT20140401, Hof...