De rechtspraak bericht: "Teneinde de praktijk evenwel een handvat te bieden om de redelijkheid en de evenredigheid van de gemaakte proceskosten te kunnen beoordelen en om het mogelijke kostenrisico beter te kunnen inschatten in een vroeg stadium van een procedure, hanteren de rechtbanken bij beoordeling van de proceskosten in eerste aanleg zogeheten indicatietarieven in intellectuele-eigendomszaken (versie 1 september 2014, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl). De gerechtshoven hebben, om dezelfde redenen, thans ook indicatieve maatstaven vastgesteld. De onderstaande tarieven zijn tot stand gekomen na consultatie van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Deze tarieven zijn vooralsnog niet van toepassing in octrooizaken. Dat neemt niet weg dat ook in dergelijke zaken de toepassing van artikel 1019h Rv dient te leiden tot veroordeling in de redelijke en evenredige kosten, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.
De tarieven gelden met ingang van 1 januari 2015 (arrestdatum). De uitgangspunten en tarieven zullen periodiek worden geëvalueerd en zo nodig aangepast.
Indicatietarieven gerechtshoven
I. Kort geding
a. eenvoudig : maximaal € 6.000
b. overig: maximaal € 15.000
II. Bodemzaken zonder pleidooi
a. eenvoudig: maximaal € 8.000
b. overig: maximaal € 20.000
III. Bodemzaken met pleidooi
a. eenvoudig: maximaal € 10.000
b. overig: maximaal € 25.000 […]
Lees hier meer.