IER 2014/6, nr. 58, p. 394-411, Marie-Christine Janssens, Hendrik Vanhees en Vinciane Vanovermeire: "Ook de Nederlandse beoefenaars van het recht van de intellectuele eigendom zijn zonder meer vertrouwd met de verschillende ‘klassieke’ bronnen van het intellectueel eigendomsrecht in België: de auteurswet van 30 juni 1994, de octrooiwet van 28 maart 1984, de wet databanken van 31 augustus 1998, enz. Al deze verschillende intellectuele eigendomswetten zullen weldra opgeheven worden. Het merendeel van de wetgeving inzake het recht van de intellectuele eigendom wordt immers overgeheveld naar een nieuw wetboek, waarin het grootste deel van de Belgische economische wetgeving zal terug te vinden zijn, namelijk het Wetboek van Economisch Recht (WER).
[...] Het uitgangspunt van boek XI is een codificatie naar bestaand recht: het ongewijzigd samenbrengen van wetgeving zoals deze gold voor de inwerkingtreding van het WER. Wel werd steeds de laatst aangenomen wet gecodificeerd, zelfs indien deze nog niet in werking was getreden, wat o.m. in de sector van het auteursrecht, het octrooirecht en het kwekersrecht het geval was. De Belgische wetgever heeft zich evenwel niet beperkt tot een loutere coördinatieoefening. Een aantal wijzigingen en nieuwigheden werden aangebracht, met als centrale doelstelling de bestaande wetgeving inzake intellectuele rechten te rationaliseren en de juridische zekerheid te vergroten, alsook om Europese richtlijnen om te zetten. Wat het auteursrecht betreft, werd daar nog de specifieke doelstelling van het vergroten van de ‘transparantie’ van het beheer van deze rechten aan toegevoegd.
Boek XI zal in de toekomst wellicht aangeduid worden als hét (Belgische) wetboek intellectuele rechten. Men mag bij dit alles evenwel niet uit het oog verliezen dat niet alle regels die eigen zijn aan deze materie in dit boek geïntegreerd zijn. Sommige regels vindt men in andere boeken van het WER, zoals bijv. in boek I ‘Definities’, boek XV ‘Rechtshandhaving’ en boek XVII ‘Bijzondere rechtsprocedures’. Andere regels werden helemaal niet in het WER opgenomen. Dit is bijv. het geval wat de materieelrechtelijke bepalingen inzake merken en tekeningen en modellen betreft...
[...] Het uitgangspunt van boek XI is een codificatie naar bestaand recht: het ongewijzigd samenbrengen van wetgeving zoals deze gold voor de inwerkingtreding van het WER. Wel werd steeds de laatst aangenomen wet gecodificeerd, zelfs indien deze nog niet in werking was getreden, wat o.m. in de sector van het auteursrecht, het octrooirecht en het kwekersrecht het geval was. De Belgische wetgever heeft zich evenwel niet beperkt tot een loutere coördinatieoefening. Een aantal wijzigingen en nieuwigheden werden aangebracht, met als centrale doelstelling de bestaande wetgeving inzake intellectuele rechten te rationaliseren en de juridische zekerheid te vergroten, alsook om Europese richtlijnen om te zetten. Wat het auteursrecht betreft, werd daar nog de specifieke doelstelling van het vergroten van de ‘transparantie’ van het beheer van deze rechten aan toegevoegd.
Boek XI zal in de toekomst wellicht aangeduid worden als hét (Belgische) wetboek intellectuele rechten. Men mag bij dit alles evenwel niet uit het oog verliezen dat niet alle regels die eigen zijn aan deze materie in dit boek geïntegreerd zijn. Sommige regels vindt men in andere boeken van het WER, zoals bijv. in boek I ‘Definities’, boek XV ‘Rechtshandhaving’ en boek XVII ‘Bijzondere rechtsprocedures’. Andere regels werden helemaal niet in het WER opgenomen. Dit is bijv. het geval wat de materieelrechtelijke bepalingen inzake merken en tekeningen en modellen betreft...