Rechtbank mocht Unilever gelegenheid bieden proceskosten nader te specificeren. Comparitie gelast om te onderzoeken of partijen overeenstemming over redelijkheid en evenredigheid proceskosten kunnen bereiken. Onvoldoende reden proceskosten Unilever af te wijzen omdat zij aanvankelijk bij vergissing niet waren opgegeven of niet waren gespecificeerd. Proceskostenveroordeling bij deelvonnis toegewezen voor zover niet bestreden: € 94.686,17.
PROCESRECHT
Vervolg op IEPT20131204, waarin is overwogen dat de vorderingen van Ablynx dienen te worden afgewezen en Ablynx in de 1019h Rv proceskosten moet worden veroordeeld. De zaak is vervolgens aangehouden, omdat Unilever in de gelegenheid is gesteld om een verbeterde specificatie van proceskosten in te dienen, waarop Ablynx mocht reageren. De rechtbank oordeelt allereerst dat hij Unilever de gelegenheid mocht beiden om de proceskosten nader te specificeren. Uit de door Ablynx overgelegde jurisprudentie volgt niet zonder meer dat hiertoe geen gelegenheid mag worden geboden.
De rechtbank acht het vervolgens wenselijk een comparitie van partijen te gelasten om te onderzoeken of partijen overeenstemming kunnen bereiken over de redelijkheid en evenredigheid van de proceskosten. Voorshands wordt geoordeeld dat onvoldoende reden bestaat de twee kostenposten van Unilever, die in beginsel voor rekening van Ablynx dienen te komen, af te wijzen, omdat zij aanvankelijk bij vergissing niet waren opgegeven of aanvankelijk niet waren gespecificeerd (maar nu wel).
Omdat partijen hebben aangedrongen op een spoedige beslissing in de onderhavige procedure ziet de rechtbank aanleiding om een deelvonnis te wijzen en de proceskosten toe te wijzen voor zover deze niet zijn bestreden. Naar de rechtbank begrijpt aanvaardt Ablynx de redelijkheid en evenredigheid van haar eigen opgave ook voor wat betreft de proceskosten van Unilever. Ablynx wordt daarom veroordeeld in de 1019h Rv proceskosten van € 94.686,17.
IEPT20141231, Rb Den Haag, Ablynx v Unilever
(ECLI)