Oproeping in vrijwaring Xenos afgewezen: geen vorderingen tot vrijwaring van schade die voortvloeit uit nadelige beslissing in de hoofdzaak
PROCESRECHT
Eisers stellen dat B op verzoek van Xenox een juwelenrekje heeft ontworpen, waarvan A vervolgens exemplaren heeft laten produceren en aan Xenos heeft verkocht en geleverd. Xenos heeft de juwelenrekjes in Nederland verhandelt. Volgens eisers brengt Blokker inmiddels in Nederland en België een vrijwel exacte kopie van het juwelenrekje op de markt. In de hoofdzaak vorderen eisers dan ook een verklaring van recht dat Blokker inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van eisers. In dit vrijwaringsincident vorderen eisers dat de rechtbank toestaat Xenos te dagvaarden in het geding tegen Blokker. In vrijwaring willen eisers vorderen de overeenkomst met Xenos te wijzigen of gedeeltelijk te ontbinden in die zin dat, voor zover het verweer van Blokker dat de IE-rechten op het juwelenrekje aan Xenos toebehoren zou slagen, de toekomstige exploitatierechten van eisers daarbij niet inbegrepen zijn. De rechtbank wijst de vorderingen af.
De eerste twee vorderingen van eisers moeten worden aangemerkt als zelfstandige vorderingen jegens Xenos, die mogelijk tot gevolg hebben dat de vorderingen jegens Blokker in de onderhavige procedure toewijsbaar zijn. Het betreft geen vorderingen tot vrijwaring van eisers voor de schade die voortvloeit uit een nadelige beslissing in de hoofdzaak. Dat Xenos onrechtmatig jegens eisers zou hebben gehandeld levert ook geen grondslag voor vrijwaring op. De gestelde onrechtmatige daad schept geen verbintenis voor Xenos tot vrijwaring van eisers voor de schade ten gevolge van een nadelige uitkomst van de door eisers daarna aangespannen inbreukprocedure tegen Blokker.
IEPT20141224, Rb Den Haag, Blokker
(kopie origineel vonnis)