Rb Midden-Nederland, 30 december 2014, Gigawiek v Houten
Bestuursrecht. Reclame. Geschil over het aanbrengen van belettering op de gondels van drie windturbines. Aan de ene kant is “UWind” aangebracht en op de andere kant “Eneco”. Het college van burgemeester en wethouders heeft geweigerd om handhavend op te treden tegen de belettering.
De rechtbank leidt uit de dossierstukken af dat de drie windturbines destijds, onder het recht zoals dat gold voor de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), zijn vergund zonder dat er volgens de aanvraag sprake zou zijn van belettering. De windturbines zijn voor wat betreft de er op aangebrachte belettering dus opgericht zonder bouwvergunning (thans: zonder omgevingsvergunning) en worden als zodanig in stand gehouden. Er is dus sprake van een overtreding, hetgeen niet is onderkend door verweerder. Het bestreden besluit berust daardoor niet op een deugdelijke beslissing en komt voor vernietiging in aanmerking.
De belettering is echter niet in strijd met de thans geldende regels. Zo is de belettering niet in strijd met de APV van Houten. De namen “UWind” en “Eneco” zijn aan te merken als handelsreclame in de zin van de APV, maar dat is ingevolge artikel 4:15 APV slechts verboden indien sprake is van een situatie waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of sprake is van ernstige hinder voor de omgeving. Dat is in casu niet het geval. Het bestreden besluit wordt vernietigd, maar de rechtsgevolgen worden in stand gelaten.
Lees het vonnis hier.