Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de aanvrager van het woordmerk „KENZO” voor diensten van de klassen 35, 41 en 43, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 1364/2012-2 van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 25 maart 2013 houdende vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling tot afwijzing van de oppositie ingesteld door de houder van het gemeenschapswoordmerk „KENZO” voor waren van de klassen 3, 18 en 25.
Het beroep wordt verworpen. Het valt binnen de discretionaire ruimte van het BHIM om te laat ingediende stukken alsnog mee te wegen in haar beoordeling. Dit wordt gerechtvaardigd waar het stukken betreft die naar waarschijnlijkheid relevant zijn voor de uitkomst van de aanhangige oppositie.
16 Where OHIM is called upon to adjudicate in the context of opposition proceedings, the taking into account of evidence or facts produced late is particularly likely to be justified where OHIM considers, first, that the material which has been produced late is, on the face of it, likely to be genuinely relevant to the outcome of the opposition brought before it and, second, that the stage of the proceedings at which that late submission takes place and the circumstances surrounding it do not argue against such matters being taken into account (see Rintisch v OHIM, paragraph 15 above, paragraph 38 and the case-law cited).
Lees het arrest hier.
↧
IEPT20150122, GEU, Tsujimoto v BHIM I
↧