Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20150212, GEU, Compagnie des montres Longines, Francillon v BHIM II

Gemeenschapsmerk – Beroep ingesteld door de houder van het internationale beeldmerk dat uitgestrekte vleugels met in het midden een geometrische tekening afbeeldt, voor waren van de klassen 7, 9 en 14, en strekkende tot vernietiging van beslissing R 193/2012 5 van de vijfde kamer van beroep van het BHIM houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de oppositieafdeling waarbij verzoeksters oppositie tegen de aanvraag om het zwart-witte beeldmerk dat uitgestrekte vleugels met het woordelement „B” in het midden afbeeldt, in te schrijven voor waren van de klassen 9 en 25, is afgewezen.

Het beroep wordt verworpen. Het BHIM heeft terecht geoordeeld dat er geen sprake is van verwarringsgevaar. Het feit dat het BHIM alleen op basis van een vergelijking van de betrokken waren (optische zonnebrillen enerzijds en uurwerken anderzijds) tot deze uitspraak komt, doet hier niet van af. Met betrekking tot de reputatie van het oudere merk oordeelt het BHIM dat de bekendheid van het oudere merk niet is aangetoond. Het licht niet voor de hand dat het aangevraagde merk ongerechtvaardigd voordeel van de reputatie van het oudere merk zal trekken.

83 Aangezien in punt 80 supra reeds is geconcludeerd dat de kamer van beroep geen blijk van een onjuiste opvatting heeft gegeven door te oordelen dat de betrokken waren zelfs niet in geringe mate soortgelijk zijn, stelt het Gerecht vast, gelet op het arrest easyHotel (punt 24 supra, EU:T:2009:14, punt 42), waarin is geoordeeld dat verwarringsgevaar in de zin van artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 vooronderstelt dat de conflicterende merken identiek zijn of overeenstemmen en dat de erdoor aangeduide waren of diensten dezelfde of soortgelijk zijn, waarbij het gaat om cumulatieve voorwaarden, dat in casu de kamer van beroep evenmin blijk van een onjuiste opvatting heeft gegeven door uitsluitend op basis van een vergelijking van de betrokken waren elk verwarringsgevaar uit te sluiten.

121 Gelet op al het voorgaande oordeelt het Gerecht dat de kamer van beroep geen blijk van een onjuiste opvatting heeft gegeven door te menen dat de bekendheid van het oudere merk zoals dat is ingeschreven, niet is aangetoond. Ondanks het bestendige gebruik, dat zowel kwalitatief als kwantitatief intensief is, van het samengestelde merk bestaande uit het oudere merk en het woord „longines”, is het immers dat woord dat de aandacht van de consumenten trekt en hun hoogstwaarschijnlijk bijblijft, zonder dat is...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229