Licentieovereenkomst vernietigd wegens dwaling: geïntimeerde had vóór het sluiten van overeenkomst moeten meedelen dat een van haar trainers tegen lagere prijs dan toegestaan in de licentieovereenkomst trainingen aanbood. Geen verjaring: niet aan appellante duidelijk is gemaakt dat geïntimeerde appellante concurrentie zou aandoen, verjaringstermijn niet gaan lopen. Vorderingen gebaseerd op licentieovereenkomst afgewezen, nu deze met terugwerkende kracht wordt vernietigd.
OVEREENKOMST
Op 23 maart 2006 hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten met betrekking tot door geïntimeerde ontwikkelde trainingsprogramma’s, die appellante op grond van de licentieovereenkomst mocht gaan verhandelen en uitvoeren. Appelante stelt dat de overeenkomst door dwaling tot stand is gekomen en vordert vernietiging. Ook vordert appellante een aantal geldbedragen.
Het hof vernietigt de overeenkomst wegens dwaling door appellante. Geïntimeerde heeft namelijk vóór het sluiten van de licentieovereenkomst en tijdens de looptijd van de overeenkomst op de Nederlandse markt een deel van de trainingen uit het programmapakket aangeboden, tegen een lager tarief dan overeengekomen in de licentieovereenkomst. Dit was appellante niet kenbaar, omdat de trainer die deze trainingen aanbood niet in het klantsysteem van geïntimeerde stond. Geïntimeerde had dit alles vóór of bij het sluiten van de licentieovereenkomst moeten meedelen. Geïntimeerde heeft de stelling van appellante dat indien zij dit alles had geweten niet de licentieovereenkomst (op dezelfde wijze) zou zijn aangegaan, waardoor het beroep op dwaling slaagt. Het beroep van geïntimeerde op verjaring faalt. Uit de e-mails, waaruit zou moeten blijken dat appellante al in 2006 op de hoogte was van het voorgaande, blijkt in het geheel niet dat aan appellante duidelijk is gemaakt dat geïntimeerde in feite appellante concurrentie aan zou doen. De verjaringstermijn is daarom niet gaan lopen.
De vorderingen die gebaseerd zijn op de licentieovereenkomst worden allemaal afgewezen, nu de licentieovereenkomst met terugwerkende kracht wordt vernietigd. Naar het oordeel van het hof is er onvoldoende reden voor een veroordeling van geïntimeerde tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, nu voor een groot deel beide partijen in het ongelijk zijn gesteld.
IEPT20150310, Hof Den Bosch, Project Management
(ECLI-versie)