Het "Koninklijk Distinctief" is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 24 april 2013 (Stb 178). Daarin is te lezen dat de Koning - wanneer hij bij daarvoor in aanmerking komende gelegenheden gekleed gaat in een uniform "als vastgesteld voor een vlag- of opperofficier der Krijgsmacht" (zie hieronder) - op zijn uniform geen rangonderscheidingsteken draagt. In plaats daarvan draagt de Koning het hiernaast afgebeelde distinctief.
In hetzelfde Besluit verleent De Kroon aan De Koning het recht dit distinctief "bij uitsluiting van eenieder" te dragen. Een bij Koninklijk Besluit ingevoerd intellectueel eigendomsrecht voor een onderscheidingsmiddel dat niet van "inburgering" afhankelijk is, derhalve. Wie tot handhaving van dit exclusieve recht bevoegd is blijkt niet uit het Besluit.
Goederenrechtelijke aspecten zijn evenmin geregeld, zodat het recht niet overdraagbaar is bij gebreke van een wettelijke overdrachtsbepaling (artikel 3:83(3) BW). De vererving lijkt gewoon het erfelijk koningschap te volgen. De vraag of het Besluit zo nodig voldoende basis biedt voor een douanebeslag is nog in onderzoek.
Lees het Besluit hier.