Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20141118, Hof Den Haag, Drema

$
0
0

Voldoende belang bij verklaring voor recht in plaats van veroordeling tot betalen schadevergoeding. Dwangsommen niet verjaard: verjaring gestuit door exploten op 16 maart 2011 en 21 juli 2011 en inleidende dagvaarding van 19 januari 2012. Schade van € 86.458 door inbreuk door appellant tussen 1998 en 2000: causaal verband onvoldoende bestreden. Onvoldoende causaal verband tussen inbreukmakende handelingen appellant en schade vanaf 2001.

PROCESRECHT - SCHADE

In een vonnis van de rechtbank Den Haag is appellant onder meer verboden inbreuk te maken op de auteursrechten van Drema op (de vormgeving van) de NAIM verdamper, tot een dwangsom en een schadevergoeding op te maken bij staat. In eerste aanleg werden er dwangsommen aangezegd en is een schadevergoeding gevorderd. Het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 3 oktober 2012 wordt vernietigd.

Het hof onderzoekt allereerst of Drema voldoende belang als bedoeld in artikel 3:303 BW heeft bij een verklaring voor recht (in plaats van mogelijke veroordelingen). Drema heeft gesteld dat zij vaststelling van de omvang van de betalingsverplichtingen van appellant vordert omdat appellant zich niet bereid heeft getoond de verschuldigde bedragen te betalen of daarover in onderhandeling te treden. Het hof merkt op dat het vorderen van een verklaring voor recht in plaats van een veroordeling met de enkele bedoeling minder griffierecht te betalen in beginsel niet een te respecteren belang oplevert. In dit geval zijn de griffierechten echter berekend op basis van de in de verklaringen voor recht genoemde schadebedragen, zodat daarvan geen sprake is. Het hof oordeelt daarom dat er voldoende belang is bij de gevorderde verklaringen voor recht.

De eerste grief is gericht tegen het oordeel dat appellant wegens overtreding van de bevelen € 100.000 aan dwangsommen moet betalen. De dwangsommen zouden zijn verjaard. Het hof gaat hier niet in mee, omdat de verjaring door exploten op 16 maart en 21 juni en door de inleidende dagvaarding van 19 januari 2012 zijn gestuit. Voorts oordeelt het hof dat appellant een schadevergoeding van € 86.458 dient te betalen voor de inbreuk tussen 1998 en 2000. Dat er slechts vier inbreukmakende verdampers zouden zijn verkocht en dat die slechts € 13.500 aan winst hebben opgeleverd en dat de inbreuken zijn gestopt na 10 maart 1999 doet, ook als dit juist is, niet (voldoende) af aan het aannemen van een causaal verband. Dit zijn namelijk geen andere (mogelijke) oorzaken van de...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229