Geen verwijdering camera’s gedaagde: onvoldoende aannemelijk dat camera’s het erf van eiseres (stelselmatig) kunnen observeren
PRIVACY
Kort geding. Eiseres en gedaagde zijn al jaren in een burenruzie verwikkeld. Gedaagde heeft omstreeks 3 oktober 2014 zes camera’s laten monteren aan zijn woonwagen. Eiseres vordert verwijdering van de camera’s. De vorderingen worden afgewezen.
De voorzieningenrechter stelt vast dat van de zes camera’s vier camera’s aan de kant van het perceel van eiseres staan, waardoor hij zijn beschouwing op deze camera’s zal concentreren. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het niet aannemelijk geworden dat met gebruikmaking van deze vier camera’s het erf en de woonwagen van eiseres (stelselmatig) kunnen worden geobserveerd. Uit foto’s van gedaagde van de camera’s blijkt dat de camera’s op zijn eigen perceel zijn gericht en dat alleen via camera 01 er een zeer beperkt zicht is op het perceel van eiseres. Deze inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van eiseres is naar het oordeel van de voorzieningenrechter zo beperkt dat deze niet opweegt tegen het gerechtvaardigde belang van gedaagde om zijn perceel met gebruikmaking van de camera’s te beveiligen.
IEPT20150602, Rb Noord-Nederland, Cameras op woonwagen
(ECLI-versie)
