Gemeenschapsmerk – Beroep strekkende tot vernietiging van beslissing R 2280/2012‑5 van de vijfde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 17 februari 2014 houdende vernietiging van de afwijzing door de nietigheidsafdeling van de vordering tot nietigverklaring van het woordmerk „LITHOFIX” voor waren van de klassen 19 en 31, ingediend door de houder van de internationale en nationale woordmerken „LITHOFIN” voor waren van klasse 1.
Het beroep wordt verworpen. Er is sprake van verwarringsgevaar van de woordmerken ‘LITHOFIN’ en ‘LITHOFIX’ voor niet-metalen bouw- en onderhoudsmaterialen. De waren die worden verkocht onder deze woordmerken zijn volgens het GEU complementair en daarom vergelijkbaar. Dat ze in een andere klasse zijn ingeschreven doet hier niet aan af. De woordmerken hebben sterke visuele en auditieve overeenkomsten. Ze bestaan beiden uit acht letters, van welke de eerste zeven hetzelfde zijn. Conceptueel kan er geen vergelijking worden gemaakt omdat het relevante publiek (voornamelijk Duitssprekend publiek) niet het woord ‘litho’ zal begrijpen. Omdat de waren op elkaar lijken en er sterke overeenkomsten zijn tussen de woordmerken is er verwarringsgevaar tussen de woordmerken ‘LITHOFIN’ en ‘LITHOFIX’.
31. With regard to whether the goods at issue are complementary in nature, it must be recognised that, as the Board of Appeal found, chemical preparations for the sealing of the surface of stone, which are covered by the earlier mark and classified in Class 1, serve to improve the longevity, attractive appearance and structural stability of stone building materials covered by the contested mark and classified in Class 19. Moreover, ‘building materials (non-metallic)’ covered by Class 19 include cement and mortar products which may have similar sealing effects to the goods covered by the earlier mark. Thus, the goods at issue are closely connected since the goods in one class are important for the maintenance of the goods in the other and, accordingly, there is a complementary relationship between the goods at issue which may result in customers thinking that the same undertaking is responsible for their production.
44. However, it must be noted that what matters in the assessment of the visual and aural similarity of two word marks is the presence, in each of them, of several letters in the same order (judgment of 25 March 2009 in Kaul v OHIM — Bayer (ARCOL), T‑...