Gemeenschapsmerk – Beroep door de aanvrager van het woordmerk „NANU” voor waren en diensten van de klassen 3, 4, 6, 9, 16, 18, 20, 21, 24, 26 en 35 ingesteld en strekkende tot vernietiging van beslissing R 641/2010‑1 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 25 november 2010 houdende gedeeltelijke verwerping van het beroep tegen de gedeeltelijke weigering van de oppositieafdeling om dit merk in te schrijven in het kader van de oppositie die door de houder van het gemeenschapswoordmerk „NAMMU” voor waren en diensten van de klassen 3, 32 en 44 is ingesteld.
Het beroep wordt verworpen. Er is verwarringsgevaar tussen de woordmerken ‘NANU’ en ‘NAMMU’ voor onder andere tandenborstels. De waren en diensten waar de woordmerken voor zijn ingeschreven hebben dezelfde distributiekanalen en zijn complementair. Bovendien is er sprake van een hoge mate visuele en fonetische overeenkomsten tussen de woordmerken. Conceptueel kunnen de woordmerken niet vergeleken worden.
70. However, in the first place, as the Court has held in paragraphs 39 and 49 above, the Board of Appeal did not err in finding that there was similarity, first, between toothbrushes and dentifrices and, secondly, between retail and mail order services in the field of perfumery and perfumery goods. In addition, as the applicant notes in the context of the global assessment of the likelihood of confusion, it does not dispute the assessment of the Board of Appeal concerning the character, as in part identical and in part highly similar, of the goods in Class 3 covered by the mark applied for and goods in the same class covered by the earlier mark.
71. In the second place, the Court has also held in paragraphs 60 and 66 above that the Board of Appeal was correct in its assessment of the high degree of visual similarity and the lack of any possible conceptual comparison between the marks at issue. Accordingly, contrary to what the applicant submits, the high degree of phonetic similarity existing between those two marks is not capable of being cancelled out by the alleged dominance of the visual and conceptual aspects of the signs at issue. Consequently, even if it were considered to be established, such dominance could not influence the relevant public’s perception of the similarities between the marks.
Lees het arrest hier.