Slaafse nabootsing nog steeds toewijsbaar; Gemeenschapsmodellenverordening verzet zich hier niet expliciet tegen en geen sprake van belemmering. Voor slaafse nabootsing vereist dat het nagevolgde product zich aanmerkelijk onderscheidt van het uiterlijk van de andere in de handel zijnde producten. Geen sprake van onderscheidend vermogen.
SLAAFSE NABOOTSING
ABGS stelt zij na het faillissement van een andere onderneming de productie en levering van tassen heeft voortgezet en dat Makro tassen op de markt aanbiedt die exacte kopieën zijn van haar producten. Volgens ABGS is dat een geval van slaafse nabootsing, wat volgens haar met zich mee dient te brengen dat Makro geboden moet worden de verkoop van de tassen te staken. Makro verweert dat de tassen van ABGS geen onderscheidend vermogen hebben, en dat een vordering op grond van slaafse nabootsing niet meer toewijsbaar zou zijn, gelet op het bepaalde in de Gemeenschapsmodellenverordening.
De rechter oordeelt in kort geding dat de bewoordingen van de Gemeenschapsmodellenverordening zich niet expliciet verzetten tegen het instellen van een actie op grond van onrechtmatige daad en daarnaast, gelet op het bepaalde in alinea vier en vijf van de considerans van de Gemeenschapsmodellenverordening, het doel van deze verorderong is dat een Gemeenschapsmodel wordt ingevoerd zodat het vrije verkeer van goederen in de interne Europese markt niet wordt belemmerd. Van vrees voor een dergelijke belemering is in onderhavige geval niet gebleken. Verder oordeelt de rechter dat bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen van het nagevolgde product op de relevante markt dient te worden uitgegaan van de gemiddelde consument met een onvolledig herinneringsbeeld die belde producten veelalniet rechtstreeks kan vergelijken. Het nagevolgde product dient, anders gezegd, zodanig af te wijken van wat gebruikelijk is voor soortgelijke
waren dat het bij het publick een andere algemene indruk wekt. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is daarvan in dit geval geen sprake.
(Kopie originele vonnis)
IEPT20140722, Hof Den Haag, Burgers v Basil