Danone niet geslaagd in bewijs dat Globalocity in 2004 met verlaagde licentievergoeding voor het verleden en afzien licentievergoeding voor toekomst heeft ingestemd zonder dat positie als “global preferred supplier” voor Danone zou zijn vastgelegd. Geen rechtsverwerking door gebrek aan contractuele regeling waarin is bepaald dat Danone voor software Globalocity geen vergoeding verschuldigd was. Partijen hebben volgens het hof onder het begrip “de totale ontwikkelkosten” op grond waarvan licentievergoeding van 5% per jaar wordt berekend het gefixeerde geldbedrag verstaan van f 3.605.000. Licentievergoeding dient te worden berekend van 1 september 2002 tot 1 december 2009 waardoor Danone uiteindelijk licentievergoeding van € 483.005,63 aan Globalocity moet betalen. Nu onvoldoende is onderbouwd dat overeenkomsten na inwerkingtreding artikel 6:119a BW zijn gesloten wordt slechts de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW toegewezen.
OVEREENKOMST
Hoger beroep. Globalocity en Danone hebben twee overeenkomsten gesloten met betrekking tot een internet/websiteproject. In de overeenkomsten is vastgelegd dat Danone per jaar aan licentiekosten 5% van de totale ontwikkelkosten betaalt. Op 18 augustus 2009 zijn beide overeenkomsten opgezegd door Danone. Partijen twisten onder andere over de door Danone te betalen licentievergoeding.
Het hof oordeelt dat Danone er niet in is geslaagd te bewijzen dat Globalocity in de bespreking van 13 december 2004 definitief met een verlaagde licentievergoeding voor het verleden en het afzien van een licentievergoeding voor de toekomst heeft ingestemd zonder dat haar positie als “global preferred supplier” voor Danone zou zijn vastgelegd in een raamcontract waarover partijen in de maanden daarvoor hadden onderhandeld. Voorts wordt overwogen dat geen sprake is van rechtsverwerking door Globalocity met betrekking tot de gevorderde licentievergoeding. Bij gebreke van een contractuele regeling waarin bepaald was dat Danone voor het recht op gebruik van de door Globalocity ontwikkelde software geen vergoeding verschuldigd was, heeft Danone er niet van mogen uitgaan dat zij niet meer gebonden was aan de oorspronkelijke overeenkomst(en) waarin een dergelijke vergoeding wel was vastgelegd.
Vervolgens dient het hof te oordelen over de omvang van de licentievergoeding die Danone aan Globalocity moet betalen. Het hof is met Danone van oordeel dat bijlage 2 bij de Overeenkomst 2000 steun geeft aan de stelling van...