Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20150909, Rb Overijssel, Otto Simon

Boete- en schadebedingen in strijd met artikel 7:651 BW. Gedaagde niet onredelijk benadeeld door concurrentiebeding: onvoldoende onderbouwd. Duur concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding beperkt van 1 jaar tot 6 maanden: kennis gedaagde relatief snel verouderd. Reconventie: beslagen opgeheven door gebrek aan grondslag. Otto Simon moet achterstallig loon gedaagde betalen over de maand juli 2015.

ONRECHTMATIGE CONCURRENTIE

Kort geding. Gedaagde heeft ongeveer 12 jaar bij Otto Simon gewerkt, waarbij hij aan een geheimhoudingsbeding en een concurrentiebeding was gebonden. Nadat gedaagde uit dienst is getreden bij Otto Simon en bij Wibra is gaan werken, heeft Otto Simon onder verwijzing naar het geheimhoudings- en concurrentiebeding, gedaagde schriftelijk gewaarschuwd dat hij met zijn indiensttreding bij Wibra ten aanzien van beide bedingen een afzonderlijke boete verschuldigd zou worden aan Otto Simon van € 22.500,00. Vervolgens heeft Otto Simon beslag laten leggen op de woning en bankrekeningen van gedaagde. Otto Simon vordert nu nakoming van de bedingen en betaling van de contractuele boetes.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de boete- en schadebedingen strijdig zijn met artikel 7:651 BW en daardoor nietig zijn, aangezien de clausule de bedingen de mogelijkheid bieden voor aanspraak op zowel een boete als een schadevergoeding.

Verder is de voorzieningenrechter van oordeel dat gedaagde niet onredelijk is benadeeld door het concurrentiebeding. Dat hij hierdoor onredelijk is benadeeld is onvoldoende onderbouwd. Het sluiten van het beding was klaarblijkelijk ingegeven door de bijzondere positie die gedaagde in de onderneming van Otto Simon innam, die onder meer inhield dat hij nauwgezette en voor derden waardevolle kennis en informatie had over het assortiment, de condities, de acties en de inkoop-, advies- en verkoopprijzen, alsmede de Nederlandse en Europese kwaliteitseisen- en normen. De duur van het concurrentiebeding wordt echter wel beperkt ban een jaar naar een half jaar. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zal de kennis die gedaagde tijdens zijn dienstverband bij Otto Simon heeft opgedaan relatief snel verouderd zijn.

In reconventie worden de gelegde beslagen opgeheven bij gebrek aan een grondslag en wordt geoordeeld dat Otto Simon het achterstallig loon van gedaagde over de maand juli 2015 dient te betalen.

IEPT20150909, Rb Overijssel, Otto Simon

(ECLI-versie)


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229