Prejudiciële vragen over artikel 4 Auteursrechtrichtlijn.
AUTEURSRECHT
Tussenarrest. Vervolg op B9 12294 (conclusie A-G), IEPT20120103 (hof) en IEPT20100922 (rb). Het hof heeft de inbreukvorderingen van Pictoright grotendeels toegewezen: de ‘canvas transfers’ van Allposters kunnen niet meer beschouwd worden als het door de rechthebbende in het verkeer gebrachte exemplaar in de zin van artikel 12b Aw of materiaal in de zin van artikel 4 ARtl. Op grond van de strekking en de tekst van dit laatste artikel heeft te gelden dat de uitputting als beperking van het distributierecht van de rechthebbende strikt moet worden geïnterpreteerd en niet optreedt wanneer het gaat om verdere verspreiding van een exemplaar van het werk dat een ingrijpende wijziging heeft ondergaan, zoals in dit geval aan de orde is. Deze nieuwe vorm van de canvas transfers leidt voorts tot nieuwe exploitatiemogelijkheden voor Allposters, omdat zij het door een hogere prijsstelling mogelijk maakt een andere doelgroep te bereiken, en derhalve tot een nieuwe - te verbieden - openbaarmaking.
Partijen twisten over de uitleg van de Auteursrechtrichtlijn en over de gelding van de Poortvlietdoctrine na de implementatie van deze richtlijn. De Hoge Raad ziet daarin aanleiding voor het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU:
1. Beheerst art. 4 Auteursrechtrichtlijn het antwoord op de vraag of het distributierecht van de auteursrechthebbende kan worden uitgeoefend ten aanzien van een reproductie van een auteursrechtelijk beschermd werk dat door of met toestemming van de rechthebbende in de EER is verkocht en geleverd, indien deze reproductie nadien een wijziging ten aanzien van de vorm heeft ondergaan en in die vorm opnieuw in het verkeer wordt gebracht?
2. (a) Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt, is dan de omstandigheid dat sprake is van een wijziging als in vraag 1 bedoeld, van betekenis voor het antwoord op de vraag of uitputting als bedoeld in art. 4 lid 2 Auteursrechtrichtlijn wordt verhinderd of doorbroken?
(b) Indien het antwoord op vraag 2(a) bevestigend luidt, welke maatstaven dienen dan te worden aangelegd om van een wijziging ten aanzien van de vorm van de reproductie te spreken die uitputting als bedoeld in art. 4 lid 2 Auteursrechtrichtlijn verhindert of doorbreekt?
(c) Laten die maatstaven ruimte voor de in het nationale recht in Nederland ontwikkelde maatstaf, inhoudende dat van uitputting niet langer sprake is op de enkele grond dat de...