Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20151028, GEU, Rot Front v BHIM

Merkenrecht. Beroep tegen de inschrijving van het beeldmerk dat het woordelement „Macka” bevat voor waren van de klassen 29 en 30 door de houder van het niet-ingeschreven beeldmerk dat het woordelement „Macka” bevat voor suikergoed.

Het beroep wordt toegewezen en de beslissing van de Kamer van Beroep wordt vernietigd. Het is de vraag of het nieuwe beeldmerk met woordelement ‘MACKA’ voor snacks en snoepgoed mag bestaan wegens het oudere niet-ingeschreven beeldmerk met woordmerk ‘MACKA’ voor suikergoed. De Kamer van Beroep heeft geoordeeld dat verzoekster slechts succesvol oppositie kon instellen tegen de inschrijving van het aangevraagde merk, indien zij het bewijs leverde dat zij reeds vóór de inschrijving ervan het recht had verworven om het gebruik van het merk te verbieden op grond van het recht van Duitsland (zie ook artikel 8(4) GMeV). Vervolgens besliste de Kamer van Beroep dat dit niet het geval was. Het GEU oordeelt dat de Kamer van Beroep het Duitse recht in het licht van de argumenten van verzoekster onvoldoende heeft onderzocht. Het kan volgens het GEU niet worden uitgesloten dat het gebrek aan onderzoek door de Kamer van Beroep van beslissende invloed is geweest op de uitlegging die zij van § 4, lid 2, van het Markengesetz heeft gegeven, waardoor het beroep wordt toegewezen.

37. Had de kamer van beroep een dergelijk onderzoek naar het Duitse recht gedaan, dan had zij hoogstwaarschijnlijk kunnen beschikken over de gegevens die verzoekster voor het eerst voor het Gerecht heeft aangevoerd en waarvan bepaalde op het eerste gezicht niet volstrekt irrelevant zijn voor het onderzoek van haar zienswijze over de definitie van het relevante publiek in de zin van § 4, lid 2, van het Markengesetz. Dit geldt met name voor de rechtspraak van het Bundesgerichtshof (federaal hooggerechtshof) waarin is erkend dat in bepaalde omstandigheden, ook wanneer het om massaconsumptiegoederen gaat, de definitie van het relevante publiek kan worden vernauwd, rekening houdend met het doel en de afzetmogelijkheden van de concrete waren [BGH, I ZR 90/58, DB 1959, 1368, (amtl. Leitsatz) – Sunpearl II] of met de afnemers van die waren en de belanghebbenden, waarvan sommigen bepaalde waren kunnen weigeren of afkeuren [BGH, I ZR 94/80, GRUR 1982, 672 – Aufmachung von Qualitätsseifen]. Voorts volgt uit het arrest van het Bundespatentgericht (federale octrooirechter) in de zaak Ƃepёзкa [28 W (pat) 40/10] dat onder bepaalde voorwaarden het...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229