Vervallenverklaring en ambtshalve doorhaling van recht op Benelux-deel van internationale inschrijving van woordmerk KOALA: geen normaal gebruik in periode van 11 juni 2007 tot 11 juni 2012. Feit dat koekjes voorzien van het merk in 2008 in Nederland zijn aangetroffen door Voedsel- en Waren Autoriteit en dat in Nederland gevestigde groothandel Liroy merk sinds 2010 op haar website vermeldt, is onvoldoende om normaal gebruik aan te nemen. Vordering in conventie moet bestempeld worden als vooruitgeschoven inbreukverweer zoals in Danisco-zaak, gezien reconventionele inbreukvorderingen van Lotte, zodat artikel 1019h Rv van toepassing is op proceskostenveroordeling in conventie en reconventie.
MERKENRECHT - PROCESRECHT
Eiseres Kuchenmeister is houdster van de internationale woord/beeldmerken KOALA (Kuchenmeister merken). Gedaagde Lotte is houder van het (oudere) internationale woordmerk KOALA (Lotte merk). Kuchenmeister vordert nu vervallenverklaring van het recht op het Benelux-deel van het Lotte merk en de ambtshalve doorhaling daarvan, en stelt daartoe dat geen sprake is van normaal gebruik van het merk in de Benelux in de periode van vijf jaar tussen 11 juni 2007 en 11 juni 2012. De rechtbank wijst de vorderingen toe.
Uit de overgelegde stukken volgt dat het enige gebruik van het Lotte merk in de Benelux dat feitelijk vastgesteld kan worden er uit bestaat dat er koekjes voorzien van het merk in 2008 in Nederland zijn aangetroffen door de Voedsel- en Waren Autoriteit en dat de in Nederland gevestigde groothandel Liroy het Lotte merk sinds 2010 op haar website vermeldt. De rechtbank is van oordeel dat dit gebruik onvoldoende is om te kunnen spreken van een reële commerciële exploitatie door Lotte, die gericht is op het verkrijgen of behouden van een afzet in de Benelux. Lotte heeft niet concreet aangegeven op welke wijze zij zelf probeert in de Benelux een afzet voor de Koala koekjes te vinden of te behouden.
De door Lotte ingestelde reconventionele inbreukvorderingen worden derhalve afgewezen. Deze vorderingen bevestigen echter het betoog van Kuchenmeister dat haar vordering in conventie samenhangt met een concrete dreiging van handhaving van haar merkrecht door Lotte. Tegen die achtergrond moet de vordering in conventie bestempeld worden als een vooruitgeschoven inbreukverweer als bedoeld in de Danisco-zaak. Artikel 1019h Rv is daarom van toepassing op de proceskostenveroordeling in conventie en reconventie (€ 5.108,67 in conventie en € 452 in...