Vast staat dat er een vorm van samenwerking was tussen partijen omtrent een octrooiaanvrage en de oprichting van een vennootschap. Inhoud afspraken onvoldoende aannemelijk gemaakt waardoor samenwerkingsovereenkomst geldt zoals deze door appellant is gesteld.
OCTROOIRECHT – OVEREENKOMST
Hoger beroep. Geïntimeerde is in 2006 gestart met zijn eenmanszaak Ice Care Eindhoven, producent en leverancier van ijsblokjes en zogenaamd crushed ice. In 2007 heeft geïntimeerde appellant benaderd om een bij geïntimeerde ontstaan idee voor het ontwerpen van een machine die automatisch ijsblokjes uitgeeft samen verder te ontwikkelen. Hiertoe is een octrooiaanvrage ingediend, welke is verleend voor de inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van ijsklontjes. Hierna zijn tussen partijen geschillen ontstaan over de inhoud van de verplichtingen die partijen in verband met het octrooi jegens elkaar zijn aangegaan en het eventuele niet nakomen daarvan.
Het hof oordeelt dat vast staat dat geïntimeerde en appellante een vorm van samenwerking hebben gehad, dat een octrooiaanvraag is gedaan waarin geïntimeerde als mede-uitvinder is vermeld en dat in dit verband een gezamenlijke vennootschap is opgericht. Verder oordeelt het hof dat appellante heeft nagelaten een consistent en begrijpelijk relaas te geven met betrekking tot de inhoud van de tussen partijen gemaakte afspraken over de onderlinge samenwerking, wat met zich brengt dat het ervoor gehouden dient te worden dat tussen partijen een samenwerkingsovereenkomst is gesloten als door geïntimeerde is gesteld en dat die overeenkomt is neergelegd in het stuk van 4 april 2007.
IEPT20151208, Hof den Bosch, Ice Care
(ECLI-versie)