Antwoorden Kamervragen van de leden Van Oosten en Ziengs (VVD) inzake vonnis rechtbank Noord-Nederland en de publicaties op website VNO-NCW (ingezonden 25 februari 2013), 25 maart 2013.
Vraag 3) Onderschrijft u de stelling, zoals gepubliceerd op de website van VNONCW, dat acquisitiefraude een ernstig probleem is dat ondernemers grote schade toebrengt en dus hard moet worden aangepakt? Wat is de omvang van de schade die jaarlijks wordt geleden als gevolg van acquisitiefraude?
Antwoord 3: De maatschappelijke schade als gevolg van misleidende handelspraktijken en acquisitiefraude is niet eenduidig vast te stellen. Per ondernemer gaat het doorgaans om bedragen van enkele tientjes tot een paar duizend euro, maar als een groot aantal ondernemers wordt getroffen kan de totale schade flink oplopen. De schade die wordt gemeld bij het Steunpunt Acquisitiefraude bedraagt gemiddeld 9,8 miljoen euro per jaar in de periode 2009-2012 (exclusief incasso- en procedurekosten). Acquisitiefraude en misleidende handelspraktijken ondermijnen het vertrouwen tussen deelnemers aan het handelsverkeer en dienen daarom stevig aangepakt te worden met een combinatie van preventieve maatregelen, toezicht en handhaving (bestuurlijk, civielrechtelijk dan wel strafrechtelijk). De Fraudehelpdesk heeft diverse acties uitgevoerd om ondernemers bewust te maken van deze praktijken, zoals het plaatsen van billboards langs de snelwegen en radiospotjes over de toegepaste technieken van de acquisitiefraudeur. Ook worden barrières opgeworpen om het werk van de fraudeur onmogelijk te maken. Hiertoe is een onderzoek in gang gezet onder leiding van MKB-Nederland naar de mogelijkheden van bijvoorbeeld banken en telecombedrijven om diensten te weigeren aan fraudeurs.
Vraag 4) Wacht u de uitkomst van bovenvermelde rechtszaak af alvorens tot een besluit over mogelijke uitbreiding van rechtsbescherming tegen acquisitiefraude voor ondernemers te komen?
Vraag 5) Geeft de uitspraak van de rechter (rechtsoverweging 4.3.6), waarin met zoveel woorden wordt aangegeven dat het aan de wetgever is om regels te formuleren die kleinere ondernemers of ondernemingen dezelfde bescherming zou kunnen bieden als consumenten genieten tegen oneerlijke handelspraktijken, u aanleiding ook tot dergelijke regelgeving te komen? Kan de Wet Oneerlijke Handelspraktijken daarbij tot inspiratie dienen? Zo ja, op welke termijn mag de Kamer daartoe concrete voorstellen van uw zijde tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5:...