Merkenrecht. Beroep tegen de inschrijving van het woordmerk ‘LENAH.C’ voor waren en diensten van klassen 3 en 5, ingesteld door de houder van het woordmerk ‘LEMA’ voor waren en diensten van klasse 5.
Het beroep wordt verworpen. Er is geen sprake van verwarringsgevaar tussen het oudere woordmerk ‘LEMA’ en het nieuwe woordmerk ‘LENAH.C’. Beiden zijn ingeschreven voor o.a. farmaceutische producten. De waren waarvoor de woordmerken zijn ingeschreven komen overeen. Toch is er geen sprake van verwarringsgevaar omdat de merken niet overeen komen. Visueel is er een lage mate van overeenkomsten tussen de woordmerken. Drie letters van beide woordmerken zijn hetzelfde maar er moet extra gewicht worden toegekend aan de punt in het woordmerk ‘LENAH.C’ waardoor deze zich onderscheid van het woordmerk ‘LEMA’. Ook verschillen de woordmerken in lengte. Fonetisch zijn de woordmerken verschillend omdat er een punt en een ‘C’ in het nieuwe woordmerk staan, waardoor de woordmerken anders uitgesproken zullen worden. Conceptueel komen de woordmerken niet overeen omdat het oudere woordmerk een duidelijke betekenis heeft, waar het nieuwe woordmerk geen betekenis heeft. Bovendien is er sprake van een normale mate van onderscheidend vermogen van het nieuwe merk.
50. Accordingly, the conclusion is that the Board of Appeal did not err in finding that there was no likelihood of confusion. Given the low level of visual similarity, the average phonetic similarity, conceptual differences due to the clear meaning of the earlier mark and the average distinctiveness of the earlier mark, there is no likelihood of confusion on the part of the relevant public, even for identical goods.
Lees het arrest hier.