Merkenrecht. Beroep tegen de inschrijving van het woordmerk ,,WESERGOLD” voor waren en diensten van klasse 33. Vervolg op hogere voorziening IEPT20140123, waarin is geoordeeld dat indien reeds is vastgesteld dat conflicterende merken niet overeenstemmen en verwarringsgevaar derhalve is uitgesloten, een eventueel toegenomen onderscheidend vermogen als gevolg van gebruik van oudere merken het ontbreken van overeenstemming van deze merken niet kan compenseren. Zie ook het arrest van het Gerecht EU van 21 september 2012 (B9 11661).
Het beroep wordt verworpen. Door verzoeksters standpunt niet te volgen en het arrest van het Gerecht te vernietigen op grond dat het feit dat de conflicterende tekens niet overeenstemden, noodzakelijkerwijs tot gevolg had dat er geen verwarringsgevaar bestond, heeft het Hof – impliciet maar noodzakelijkerwijs – de analyse van het Gerecht dat deze tekens verschilden, willen handhaven. Het opnieuw ter discussie stellen van de overeenstemming zou ertoe leiden dat de Tweede kamer van het Gerecht wordt aangewezen als appelrechter voor de Eerste kamer en dat het arrest in hogere voorziening een deel van de werking wordt ontnomen. Voorts zijn er geen procedurele of motiveringsfouten gemaakt door het BHIM.
42. Door verzoeksters standpunt niet te volgen en het arrest van het Gerecht te vernietigen op grond dat het feit dat de conflicterende tekens niet overeenstemden, noodzakelijkerwijs tot gevolg had dat er geen verwarringsgevaar bestond, heeft het Hof – impliciet maar noodzakelijkerwijs – de analyse van het Gerecht dat deze tekens verschilden, willen handhaven.
43. Bovendien zou het opnieuw ter discussie stellen, in deze fase, van het onderzoek van de overeenstemming van de conflicterende tekens, zonder dat het Hof melding maakt van enige onjuiste opvatting van het Gerecht op dit punt, erop neerkomen dat de Tweede kamer van het Gerecht wordt aangewezen als appelrechter voor de Eerste kamer van het Gerecht, en dat bovendien het arrest in hogere voorziening een deel van zijn bindende werking wordt ontnomen, aangezien de vernietiging niet verder mag gaan dan de door het Hof vastgestelde vernietiging, en het evenmin mag mogelijk maken dat feiten in vraag worden gesteld, waardoor de motivering van het arrest in hogere voorziening onwerkzaam wordt.
Lees het arrest hier.