Merkenrecht. Beroep tegen toegewezen oppositie tegen het merk ‘’Illiria” voor waren en diensten in klasse 33, ingesteld door de aanvrager voor registratie van het merk “Illiria”. Verzoekster in eerste aanleg was houder van het Gemeenschapswoordmerk “CASTILLO DE LIRIA” voor producten uit de klassen 32, 33 en 39.
Het beroep wordt verworpen, er is sprake van een verwarringsgevaar tussen het oude woordmerk “CASTILLO DE LIRIA” en het nieuwe merk “Illiria” voor het algemene publiek in de Europese Unie. De beide merken zijn ingeschreven voor dezelfde klasse, 33, namelijk wijnen. De merken komen volgens het Hof overeen. Visueel is er enige mate van overeenstemming: CASTILLO DE is door het Hof vastgesteld als betekenisloze zinsnede, en het nieuwe beeldmerk heeft geen beeldelementen van enige betekenis. Als zodanig moet er gekeken worden naar de dominante elementen van de merken, namelijk ‘liria’ en ‘illiria’. Doordat de woorden hetzelfde einde delen is er een kleine mate van visuele overeenstemming. Auditief gezien is er een grote mate van overeenstemming. Nogmaals wordt CASTILLO DE bestempeld als een betekenisloze snede. In veel talen in het relevante gebied zullen ‘illiria’ en ‘liria’ niets betekenen, waardoor de auditieve overeenkomst vergroot wordt. Daarnaast is in de jurisprudentie vastgesteld dat er extra veel aandacht moet worden besteed aan het auditieve onderscheidingsvermogen van wijnen door de aard van de verkoop van het product, hetgeen het auditieve gebrek aan onderscheid bezwaarlijk maakt. Conceptueel zijn de woorden ‘liria’ en ‘illiria’ betekenisloos en deze zullen door het relevante publiek niet met iets geassocieerd worden.
48 Accordingly, having regard to the fact that, first, the goods are identical, secondly, it is settled case-law that for wines a particular importance must be attached to the phonetic aspect (see judgment in SERVO SUO, paragraph 23 above, EU:T:2012:96, paragraph 67 and the case-law cited), thirdly, that the element ‘castillo de’ featuring in the earlier mark is a generic element and the figurative element of the mark applied for is not very distinctive and, fourthly, that a similarity exists between the signs ‘liria’ and ‘illiria’, the Board of Appeal did not err in concluding that a likelihood of confusion existed between the signs at issue.
Lees het arrest hier.