BIE Maart 2016, p.50-60, Martin Senftleben & Nina Dorenbosch: "Ondanks de harmonisatie van de voorlopige maatregelen om bewijs veilig te stellen in de Handhavingsrichtlijn, bestaan er op het niveau van de EU-lidstaten nog substantiële verschillen met betrekking tot de reikwijdte van het conservatoir bewijsbeslag en de toepasselijke procedures. Hoewel het veiligstellen van bewijs de rechthebbende in sommige lidstaten automatisch toegang geeft tot het verkregen materiaal, dient de rechthebbende in andere lidstaten, waaronder Nederland, een bijkomende, aparte inter partes procedure te starten om inzage te verkrijgen. Ook op het terrein van checks and balances doen zich verschillen voor. Een grondig onderzoek van het prima facie bewijs zoals ingediend door de rechthebbende en een duidelijke afbakening van het mandaat van de deurwaarder die het beslag uitvoert zijn standaard instrumenten. Daarnaast hebben de gerechten van sommige lidstaten een praktijk ontwikkeld waarbij zij protective letters ofwel grijs makingsbrieven accepteren. Afgezien van deze procedurele verschillen biedt een analyse van nationale praktijken ook de mogelijkheid om aandacht te besteden aan het grensoverschrijdende bewijsbeslag voorafgaand aan een inbreukprocedure. In dit verband dient gewaakt te worden tegen de kunstmatige territoriale uitbreiding van intellectuele eigendomsrechten wanneer de rechten in kwestie geen bescherming genieten in de EU-lidstaat waar het bewijsbeslag wordt verzocht. [...]."
↧