Merkenrecht. Beroep door de aanvrager van het beeldmerk met de woordelementen „HOT JOKER” voor waren van de klassen 9 en 28 (hardware en software voor spelautomaten, kansspelen) tegen de toegewezen oppositie door de houder van het oude Franse beeldmerk met woordelementen „joker +” voor waren van de klassen 28 en 41.
Het beroep wordt verworpen. Aanvrager stelde 3 argumenten op: de Kamer van Beroep zou niet voldoende gemotiveerd hebben, de Kamer van Beroep zou onjuist geoordeeld hebben in haar oordeel over het verwarringsgevaar en de Kamer van Beroep zou onjuist geoordeeld hebben in het afwijzen van het argument dat Joker een algemeen bekende term zou zijn in de context van spelen.
Allereest stelde Novomatic dat er onvoldoende gemotiveerd zou zijn in de verschillende stappen die de kamer van beroep zet. Hierin acht het Gerecht de motivatieplicht erg belangrijk – het stelt daarbij wel dat de motivering niet per se correct hoeft te zijn, zolang er maar een is. Hierin stelt het dat de Kamer van Beroep voldaan heeft aan haar verplichtingen, en dat er zodoende geen inbreuk is op art. 75 van Regulation No 207/2009.
“23. It is apparent from settled case-law that the obligation to state reasons is an essential procedural requirement and distinct from the question whether the reasons given are correct, which goes to the substantive legality of the contested measure. The fact that a statement of reasons may be incorrect does not mean that there is no statement of reasons [...]”
Als tweede stelde Novomatic dat er geen verwarringsgevaar zou zijn. Allereerst bepaald het Gerecht dat de waren waarvoor het merk bescherming zoekt overeenkomen met de waren waarvoor het oudere merk bescherming biedt. Hierin is het belangrijk dat speelgoed niet uitsluitend voor kinderen bedoeld is, en dat speelgoed ook casinospelen kan omvatten. Het relevante publiek bestaat uit professionals (speelhalhouders) die een verhoogde graad van attentie hebben. Het Gerecht stelt ook dat de merken overeenstemmen – Joker is het dominante element in beide merken, en dat is zowel visueel (in mindere mate) als fonetisch gelijk. Er zou ook conceptuele overeenstemming zijn, omdat Joker dezelfde connotaties oproept bij beide merken. Zodoende is er, door de gelijke waren en de overeenstemming een grote kans op verwarring, en mag het nieuwe merk niet worden ingeschreven.
“70. The Board of Appeal found, in paragraph 27 of the contested decision, that there was a low degree of visual...