Auteursrechtinbreuk door toneelstukken op te voeren zonder opvoeringslicentie: erkend door Drijfzand en Bredero vertegenwoordigingsbevoegd ten aanzien van auteursrechten van rechthebbenden. Drijfzand kon incassobevoegdheid op redelijke gronden in twijfel trekken, zodat Drijfzand in gegeven omstandigheden nakoming van verplichting tot betaling van licentievergoeding mocht opschorten en hiermee geen tekortkoming jegens Drijfzand heeft gepleegd. In reconventie gevorderde matiging licentievergoedingen en restitutie gedeelte van door Drijfzand reeds betaalde vergoeding aan Bredero wegens onverschuldigde betaling als niet voldoende feitelijk onderbouwd afgewezen. Door Bredero bij akte verminderde bedrag aan licentievergoedingen leidt ertoe dat Drijfzand een bedrag van € 91,05 onverschuldigd heeft voldaan aan Bredero. Compensatie 1019h Rv proceskosten wegens onder meer nodeloos entameren van procedure door Bredero en afwijzen van reconventionele vorderingen.
AUTEURSRECHT
Gedaagde Drijfzand is een amateurtheatergezelschap, dat de toneelstukken ‘Prettige Feestdagen’ en ‘Kattenmoeras’ heeft opgevoerd. Eiseres Bredero heeft vervolgens aan Drijfzand facturen gezonden betreffende de opvoeringsrechten voor deze toneelvoorstellingen, waarop staat vermeld dat na betaling toestemming zou worden verkregen voor opvoering van de toneelstukken. Drijfzand heeft beide facturen lange tijd onbetaald gelaten, maar het totale bedrag een maand na het uitbrengen van de dagvaarding toch voldaan. Bredero vordert nu voor recht te verklaren dat Drijfzand inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van de rechthebbenden van genoemde toneelstukken en vergoeding van de hierdoor geleden schade.
Er is sprake van auteursrechtinbreuk, nu Drijfzand heeft erkend dat dat zij beide toneelstukken heeft opgevoerd zonder een opvoeringslicentie. Het verweer dat Bredero zich niet kan beroepen op het auteursrecht van de verschillende rechthebbenden faalt, nu op grond van verklaringen van de rechthebbenden volgt dat Bredero vertegenwoordigingsbevoegd is ten aanzien van hun auteursrechten en dat Bredero derhalve Drijfzand vanwege inbreuk in rechte kan en mag betrekken. De gevorderde verklaring voor recht is daarmee toewijsbaar.
De rechtbank gaat wel mee in het verweer van Drijfzand dat tot het moment dat Bredero inzichtelijk maakte dat zij incassobevoegd was (pas na dagvaarding) Drijfzand op redelijke gronden mocht twijfelen aan wie de betaling moest geschieden. Nu Drijfzand een bedrag voor...