Uit arrest HR (IEPT20160219) gebleken dat hof dwangsomveroordeling in stand mocht laten. € 250.000 aan dwangsommen verbeurd.
PROCESRECHT
Vervolg op het arrest van de Hoge Raad van 19 februari 2016 (IEPT20160219), het tussenvonnis van 17 december 2015 (IEPT20151217), het arrest van het hof Den Haag van 22 juli 2014 (IEPT20140722) en het vonnis van de voorzieningenrechter van 12 maart 2013 (IEPT20130312). De rechtbank overweegt dat uit het arrest van de Hoge Raad is gebleken dat het hof de dwangsomveroordeling in het kort geding vonnis in stand mocht laten. Voor zover [A] in dit vonnis dwangsommen heeft verbeurd zijn deze in beginsel verschuldigd gebleven. Het verweer van [A] dat hij niet in staat was tijdig de afbeeldingen uit de digitale catalogus te verwijderen wordt verworpen, omdat niet is toegelicht waarom zij hiertoe niet redelijkerwijs in staat was. Er is daarom € 250.000 aan dwangsommen verbeurd.
De vorderingen op grond van inbreuk op het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel worden toegewezen. De vorderingen worden beperkt tot de Europese Unie, omdat ze zijn gebaseerd op een Gemeenschapsmode. De gevorderde schadevergoeding op te maken bij staat wordt toegewezen, maar niet de gevorderde wettelijke rente, nu de aanvang van de inbreuk niet vaststaat. Er wordt ook een opgave en recall toegewezen.
IEPT20160601, Rb Den Haag, Basil
(ECLI-versie)