Executiegeschil. Verklaring ex artikel 1019i Rv werkt ex nunc: tot datum van indiening van verklaring verbeurde dwangsommen blijven verbeurd. Vorderingen inzake evt. verbeurde dwangsommen na 10 augustus 2006 zijn verjaard (artikel 611g Rv): geen aanzeggings- of stuitingshandelingen. Sol (als contractspartij) aansprakelijk voor eventueel verbeurde dwangsommen: geen grond voor vereenzelviging van andere gedaagden met Sol of persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurder X. € 20.000 aan dwangsommen verbeurd: twee cadeaubonnen verstrekt met daarop inbreukmakende handelsnaam en merk. Voldoende afstand genomen van huisstijl van Sun, hoewel niet alle elementen die onderdeel uitmaken van die huissijl integraal zijn verwijderd.
EXECUTIEGESCHIL
Sun Company exploiteert zonnestudio’s en is rechthebbende op de handelsnaam ‘The Sun Company’. De directeur van Sun Company, Y, is houder van het Beneluxwoord-/beeldmerk ‘THE SUN COMPANY’. Sun Company heeft met gedaagden vier licentieovereenkomsten gesloten, op grond waarvan zij het recht hadden de handelsnaam, het merk en de huisstijl van Sun Company te gebruiken. Deze overeenkomsten zijn door Sun Company opgezegd. Bij vonnis in kort geding van 22 juni 2006 is Sol de Mallorca veroordeeld om het gebruik van het hiervoor genoemde merk, de handelsnaam en huisstijl te staken. Sun Company vordert nu betaling van de verbeurde dwangsommen, omdat Sol de Mallorca in strijd met het kort gedingvonnis heeft gehandeld.
De rechtbank oordeelt allereerst dat de verklaring op 31 augustus 2012 ex artikel 1019i Rv, waarin Sol stelt dat het kort gedingvonnis haar kracht heeft verloren nu Sun niet binnen 6 maanden na dat vonnis haar eis in de hoofdzaak heeft ingesteld, inderdaad tot gevolg heeft dat dit vonnis vanaf die datum haar werking heeft verloren. Die verklaring heeft geen terugwerkende kracht, maar de voorziening verliest ex nunc haar kracht. Dit betekent dat de tot 31 augustus 2012 verbeurde dwangsommen verbeurd blijven. Voorts is de vordering van Sun voor zover deze ziet op (gestelde) overtredingen van het kort gedingvonnis na 10 augustus 2006 verjaard ingevolge artikel 611g Rv, nu Sun geen aanzeggings- en geen stuitingshandelingen heeft verricht met betrekking tot deze overtredingen en niet gesteld is dat in de zes maanden voor de dagvaarding in deze procedure nog overtredingen van het bevel hebben plaatsgevonden.
Nu er geen grond is voor vereenzelviging van de andere gedaagden met Sol en niet is gebleken dat de...
↧
IEPT20131204, Rb Den Haag, Sun Company v Sol de Mallorca
↧