Geen sprake van (dreigende) octrooi-inbreuk: Unilever heeft met door haar gesponsorde/verrichte onderzoek binnen sublicentie inzake Hamers-octrooien gehandeld, nu verpakte voedingsproducten met VHH’s met geneeskrachtige werking onder licentie vallen. Incident: geen inzage in informatie betreffende door Unilever verrichte/gesponsorde onderzoek, nu deze binnen haar licentie valt. Unilever wordt in gelegenheid gesteld verbeterde specificatie van proceskosten in te dienen.
OCTROOIRECHT – LICENTIE
Tussenvonnis. Unilever heeft een niet-exclusieve wereldwijde sublicentie verkregen voor de exploitatie van de Hamers-octrooien voor de Gereserveerde Sector, eveneens met het recht verdere sublicenties te verlenen. Op deze overeenkomst is Belgisch recht van toepassing. Unilever heeft vervolgens een sublicentie verleend aan het Britse VHsquared voor de Gereserveerde Sector en een onderzoek in Bangladesh gesponsord. Ablynx stelt in de hoofdzaak dat VHsquared buiten het bereik van de Gereserveerde Sector en dus de licentie onderzoek doet, hetgeen octrooi-inbreuk oplevert, dat Unilever VHsquared daartoe onrechtmatig aanzet, onder meer door aan VHsquared de resultaten van het onderzoek in Bangladesh ter beschikking te stellen, en dat dreiging bestaat van octrooi-inbreuk door Unilever zelf door verhandeling van de door VHsquared ontwikkelde producten. In het incident vordert Ablynx afgifte van c.q. inzage in de documenten met betrekking tot het in opdracht van Unilver uitgevoerde onderzoek.
Partijen twisten over de vraag hoe naar het toepasselijke Belgische recht de licentie, en met name de term “Gereserveerde sector”, moet worden uitgelegd en of daaronder voedingsmiddelen en -additieven met een geneeskrachtige werking vallen. Partijen zijn het erover eens dat de uitleg van een contractuele verbintenis naar Belgisch recht niet relevant anders is dan naar Nederlands recht, zodat de Haviltex-maatstaf moet worden toegepast. De rechtbank is vervolgens van oordeel dat bij toepassing van deze maatstaf geen sprake is van (dreigend) handelen buiten de verleende licentie: nu het duidelijk is voor partijen dat de geoctrooieerde technologie met name ziet op het gebruik van VHH bij diagnose en therapeutische toepassingen en partijen ermee bekend zijn dat ook voedingsproducten een therapeutische werking kunnen hebben, is een logische uitleg van de licentieovereenkomst dat verpakte voedingsproducten met VHH’s ook voor zover deze een therapeutische toepassing hebben en/of...
↧
IEPT20131204, Rb Den Haag, Ablynx v Unilever
↧