Quantcast
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20131217, Hof Den Haag, SBS v Screentime

Screentime heeft bij verminderde vordering (verbod op inbreuk op POPSTARS-merken tot april 2013), mede in aanmerking genomen dat vaststaat dat geen dwangsommen zijn verbeurd, geen spoedeisend belang meer, zodat om die reden deze vordering in kort geding niet kan worden toegewezen. Screentime heeft voorts de gestelde algemene bekendheid van POPSTARS-merk op 15 november 2012 (datum van kort gedingvonnis) niet aannemelijk gemaakt: niet aannemelijk dat meer dan 25% van relevante publiek in Nederland op die datum bekend was met POPSTARS als merk.

MERKENRECHT

Vervolg op IEPT20121115 (vzr), waarin de voorzieningenrechter SBS heeft bevolen inbreuk op de POPSTARS-merken van Screentime te staken, in het bijzonder door het gebruik in Nederland van het teken THE NEXT POPSTAR en van de domeinnaam popstars.nl. De voorzieningenrechter heeft de toewijzing van de vorderingen gebaseerd op het oordeel dat POPSTARS in Nederland een algemeen bekend merk was in de zin van artikel 6bis UvP en dat sprake was van verwarringsgevaar. Bij bodemvonnis van 23 oktober 2013 (IEPT20131023) heeft de rechtbank de conventionele vorderingen van Screentime echter afgewezen en in reconventie de merken “POPSTARS” en “POPSTARS – THE RIVALS” nietig verklaard, nu zij beschrijvend zijn voor de betrokken diensten.

Het hof oordeelt allereerst dat Screentime bij haar verminderde vordering (een verbod tot april 2013), mede in aanmerking genomen dat vaststaat dat geen dwangsommen zijn verbeurd, geen spoedeisend belang meer heeft. Al om die reden kan deze vordering in dit kort geding niet worden toegewezen en zal het bestreden vonnis worden vernietigd. Dit doet er echter niet aan af dat partijen nog wel belang hebben bij een oordeel of het bestreden vonnis juist was, in het bijzonder in verband met de kostenveroordelingen.

Het hof, die als rechter in kort geding moet beslissen op een vordering tot het geven van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter reeds een vonnis in de hoofdzaak heeft gewezen, dient zijn arrest af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter. Nu de bodemrechter heeft overwogen dat de beoordeling van de algemene bekendheid van het merk ex nunc dient te geschieden en heeft geoordeeld dat in het jaar 2013 geen sprake was van een algemeen bekend merk, moet het hof enkel nog beoordelen of sprake was van een algemeen bekend merk op 15 november 2012 (datum van kort gedingvonnis). Gelet op de in het bodemvonnis vastgestelde uitgangspunten over het relevante publiek en de...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229