Gebruik als exportmerk geen relevant gebruik voor depot te kwader trouw indien gevaar voor EU-verhandeling uitgesloten is. Uitgaande van ruim gebruiksbegrip sprake van aanvrage met bedoeling om merk zelf in EU als exportmerk te gebruiken en niet enkel om [A] gebruik te beletten. Woord “Maba” niet auteursrechtelijk beschermd. Auteursrechthebbende op grond van “leiding en toezicht” vereist meer dan enkel zeggenschap: dat van een eigen schepping van de medewerkers niet gesproken kan worden.
MERKENRECHT - AUTEURSRECHT
Vervolg op IEPT20120314 (rb). Promodyne heeft sigaretten en verpakkingen laten produceren door een derde, waarop het woord ‘Maba’ en het Maba-logo (bestaande uit dit woord en twee tabaksbladeren) zijn aangebracht. Deze sigaretten(verpakkingen) worden verscheept naar Zuidoost-Azië, waar [A] ze vervolgens op de markt brengt. GBS is, met toestemming van Promodyne, houdster van het bijbehorende Gemeenschapswoord-/beeldmerk (GBS-merk). [A] heeft in de Benelux het Maba-logo gedeponeerd ([A]-merk). Promodyne vordert nietigverklaring van het Beneluxmerk van [A] en staking van inbreuk in de Benelux op het merk van GBS. In eerste aanleg is de reconventionele vordering van [A] tot nietigverklaring van het GBS-merk, op de grond dat GBS bij de indiening van de aanvraag te kwader trouw was, afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De rechtbank heeft de vorderingen van Promodyne wel toegewezen, nu het GBS-merk van eerdere datum is dan het depot van het [A]-merk.
De grieven van [A], voornamelijk gericht tegen de afwijzing van zijn vordering in reconventie, falen en het hof bekrachtigt het bestreden vonnis. De GBS-aanvrage is niet te kwader trouw gedaan: het aanbrengen van een Gemeenschapsmerk op de verpakking van waren in de EU met het oog op uitvoer is geen relevant merkgebruik voor depot te kwader trouw, indien gevaar voor verhandeling in de EU uitgesloten is. Uitgaande van een ruim gebruiksbegrip heeft GBS het GBS-merk aangevraagd met de bedoeling om het merk zelf in de EU als exportmerk te gebruiken en niet enkel met het oogmerk om [A] het gebruik daarvan te beletten, zodat dit ook niet in de richting van kwade trouw aan de kant van GBS wijst.
Het hof is voorts van oordeel dat op het woord ‘Maba’ geen auteursrecht rust: dit woord is zo kort en (mede daarom) zo banaal dat daarin geen intellectuele schepping kan worden gezien. [A] kan ook niet op grond van artikel 6 Aw als auteursrechthebbende op het ‘Maba’-logo beeldmerk worden...