Incident: geen uitvoerbaarverklaring bij voorraad van proceskostenveroordeling in eerste aanleg, nu dit vonnis vernietigd zal worden gelet op oordeel van hof in bodemprocedure.
PROCESRECHT
Arrest in incident. Vervolg op IEPT20100511 (vzr). Zie ook IEPT20090722 (bodemvonnis) en IEPT20130129 (hof). Agfa meent dat Xingraphics door het verhandelen van lithografische drukplaten van het type FIT (FIT-platen) indirecte inbreuk maakt op haar octrooi voor een “method for making positive photosensitive lithographic printing plate”. De rechtbank heeft de vorderingen van Agfa afgewezen. De voorzieningenrechter heeft dit oordeel gevolgd, nu hij zich dient te richten naar het vonnis in de bodemzaak. Het hof heeft vervolgens echter het bodemvonnis vernietigd en de vorderingen van Agfa grotendeels toegewezen.
In dit incident voert Xingraphics aan dat Agfa, gelet op het arrest van het hof in de bodemzaak, geen belang meer heeft bij het onderhavige hoger beroep tegen het kort gedingvonnis, nu haar vorderingen in de bodemzaak uitvoerbaar bij voorraad zijn toegewezen. Xingraphics wenst echter alsnog de proceskosten die in het kort gedingvonnis zijn toegewezen te incasseren. Zij is daartoe niet in staat omdat de betreffende veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Het hof wijst de vordering van Xingraphics in het incident af: ingevolge vaste rechtspraak dient de rechter, oordelend in kort geding, zijn oordeel af te stemmen op een in hetzelfde geschil gewezen uitspraak van de bodemrechter. In dit incident moet er daarom vanuit worden gegaan dat het hof zijn uitspraak in de bodemzaak zal volgen en dat het vonnis van beroep zal worden vernietigd, zodat Xingraphics geen aanspraak zullen kunnen maken op de in dat vonnis toegekende vergoeding van € 120.000.
IEPT20131217, Hof Den Haag, Agfa v Xingraphics en Atece
↧
IEPT20131217, Hof Den Haag, Agfa v Xingraphics en Atece
↧
