Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

VizIER: Het nut van prejudiciële vragen

$
0
0
IER 2013/6, nr. 58, p. 459-461, Jacqueline Seignette: "Als juristen opgeleid binnen het Nederlandse rechtssysteem zijn wij geconditioneerd om in de beslissingen van de hoogste rechter lijnen te ontwaren die de casus van de betreffende zaak overstijgen. Daarop bouwen we voort in nieuwe zaken. Met diezelfde blik kijken we ook naar het Europese Hof van Justitie. We zien een lijn in de beantwoording van prejudiciële vragen die we vervolgens toepassen op andere casusposities. Na het Airfield-arrest nam de Nederlandse rechtspraak en literatuur vrijwel automatisch aan dat het in dit arrest geformuleerde ‘nieuw publiek – interventie’-criterium ook wel van toepassing zou zijn op andere vormen van mededeling aan het publiek, zoals terbeschikkingstelling op het internet. In TVCatchup haastte het Hof van Justitie zich echter om de betekenis van dit criterium te beperken tot de specifieke Airfield-casus waarin door middel van een interventie aan het publiek toegang wordt verschaft tot een door een ander uitgezonden omroepsignaal.
We moeten er dus met andere woorden niet te veel in willen lezen. De taakopvatting van het Hof van Justitie ter zake van harmonisatiewetgeving lijkt niet zozeer om normatieve lijnen uit te zetten, maar om in een concrete zaak antwoord te geven op vragen van uitleg. Het antwoord dient aan te sluiten bij tekst en doelstelling van de betreffende richtlijn en de eerdere uitspraken van het Hof daarover. Hier gaat weliswaar een zekere precedentwerking vanuit, maar niet in de vorm zoals wij dat van oudsher gewend zijn. De noodzaak om prejudiciële vragen te stellen kan zich daardoor wel eens eerder aandienen dan wij denken. Het Hof van Justitie formuleerde vorig jaar aanbevelingen over het aanhangig maken van prejudiciële procedures. De hoogste nationale rechter moet vragen stellen, tenzij er ter zake al rechtspraak is (en eventuele nieuwe regelgeving geen echte twijfel doet rijzen over de mogelijkheid om die op de casus toe te passen), of de juiste uitlegging van het toepasselijke recht evident is (Aanbeveling 12). Die afweging moet de rechter zelf maken. Het Hof van Justitie acht vragen ‘bijzonder nuttig’ wanneer het een nieuwe uitleggingsvraag betreft die van belang is voor de uniforme toepassing van het recht van de Unie, of wanneer de bestaande rechtspraak niet lijkt te kunnen worden toegepast op nieuwe feiten (Aanbeveling 13). Het Hof acht het verder nuttig dat de rechter aangeeft waarom hij prejudiciële vragen nodig acht om...

Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229