Mediaforum 2014-2, p. 22-26, Janneke Kohlen en Annelies van Rookhuijzen: "Het klassieke kartelverbod dat ziet op het verbod tot het maken van prijsafspraken, productiebeperkingen, marktverdeling etc., geldt uiteraard ook in de online-economie. Een goed voorbeeld hiervan is het onderzoek van de Europese Commissie naar afspraken tussen de vijf grootste uitgevers van e-books en Apple. De uitgevers werden ervan verdacht dat zij hun prijzen voor de e-books kunstmatig hoog hielden, doordat Apple hen verbood hun e-books elders tegen lagere prijzen te verkopen. Uiteindelijk hebben alle uitgevers, om een boete te ontlopen, toegezegd dat ook de andere retailers de vrijheid hadden om zelfstandig de verkoopprijzen te bepalen voor de e-books, waarbij ze dus ook goedkoper dan Apple mogen zijn. Door deze toezegging zijn de uitgevers van e-books hoge boetes ontlopen.
Een andere interessante ontwikkeling is het feit dat hoewel onlineverkopen in beginsel mededingingsrechtelijk gezien altijd mogelijk dienen te zijn, bijna alle grote concerns trachten die onlineverkoop aan banden te leggen althans trachten te voorkomen dat hun producten 'te goedkoop' via het internet worden verkocht. Ook het voorkomen van het free-rider-aspect is een veel gehoord argument om de verkopen via internet aan banden te leggen.
Leveranciers en producenten trachten op allerlei manieren de prijserosie die ontstaat door onlineverkopen, te beperken. Een aantal voorbeelden van dergelijke verticale beperkingen die komen kijken bij de verkopen in de online-economie zijn: per se verbod tot internetverkopen, verplichting om slechts bepaalde hoeveelheden of producten te verkopen via internet, manieren om verticale prijsbinding te bewerkstelligen, dual pricing (dus voor internetproducten een hogere inkoopprijs te rekenen door de leverancier dan voor producten die offiine worden verkocht), een koningssysteem waarbij hogere kortingen worden gegeven voor offiineverkopen met het doel onlineverkopen te beperken, een selectief distributiestelsel opzetten waarin bepaalde strikte eisen worden gesteld aan verkopen via internet, bijvoorbeeld het verbod om bepaalde platforms te gebruiken (eBay/Amazon etc.). Dat de Europese Commissie extra aandacht heeft voor het voorkomen van beperkingen van de onlineverkoop in verticale relaties, bleek al vrij duidelijk bij de herziening van de oude Groepsvrijstellingsverordening inzake Verticale overeenkomsten (GVO) en de Richtsnoeren in 2009-2010...
Een andere interessante ontwikkeling is het feit dat hoewel onlineverkopen in beginsel mededingingsrechtelijk gezien altijd mogelijk dienen te zijn, bijna alle grote concerns trachten die onlineverkoop aan banden te leggen althans trachten te voorkomen dat hun producten 'te goedkoop' via het internet worden verkocht. Ook het voorkomen van het free-rider-aspect is een veel gehoord argument om de verkopen via internet aan banden te leggen.
Leveranciers en producenten trachten op allerlei manieren de prijserosie die ontstaat door onlineverkopen, te beperken. Een aantal voorbeelden van dergelijke verticale beperkingen die komen kijken bij de verkopen in de online-economie zijn: per se verbod tot internetverkopen, verplichting om slechts bepaalde hoeveelheden of producten te verkopen via internet, manieren om verticale prijsbinding te bewerkstelligen, dual pricing (dus voor internetproducten een hogere inkoopprijs te rekenen door de leverancier dan voor producten die offiine worden verkocht), een koningssysteem waarbij hogere kortingen worden gegeven voor offiineverkopen met het doel onlineverkopen te beperken, een selectief distributiestelsel opzetten waarin bepaalde strikte eisen worden gesteld aan verkopen via internet, bijvoorbeeld het verbod om bepaalde platforms te gebruiken (eBay/Amazon etc.). Dat de Europese Commissie extra aandacht heeft voor het voorkomen van beperkingen van de onlineverkoop in verticale relaties, bleek al vrij duidelijk bij de herziening van de oude Groepsvrijstellingsverordening inzake Verticale overeenkomsten (GVO) en de Richtsnoeren in 2009-2010...