Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

IEPT20140328, HR, Norma v NL Kabel

$
0
0

Aanleveren van programmadragende signalen door omroepen via niet voor algemene publiek toegankelijke één-op-één verbinding geen mededeling aan het publiek. Hof mocht oordelen dat naburige rechten in exploitatieovereenkomsten bepaalbaar moeten zijn. Hof had moeten ingaan op verweer dat wettelijk vermoeden van artikel 45d Aw ervoor zorgt dat Norma geen recht om toestemming voor heruitzending te geven kan uitoefenen. Proceskosten 1019h Rv: € 116.806,48.

NABURIGE RECHTEN

Vervolg op IEPT20120410 (hof) en IEPT20090128 (rb). In het arrest van 10 april 2012 heeft het hof bepaald dat er geen sprake is van primaire openbaarmaking bij het aanleveren van programmadragende signalen aan de kabelexploitanten en dus geen heruitzenden door de kabelaars. Daarnaast bepaalde het hof dat een levering van ‘al het repertoire waarop een uitvoerende kunstenaar rechten verwerft’ nietig is wegens onvoldoende bepaaldheid. Het principale beroep wordt afgewezen. Het incidentele beroep treft deels doel.

Het begrip ‘mededeling aan het publiek’ is ook voor de naburige rechten geharmoniseerd, omdat deze begrippen in zowel de Auteursrechtrichtlijn, de SatKabRichtlijn en de Verhuurrichtlijn worden gebruikt, terwijl deze richtlijnen nauw met elkaar samenhangen. Het hof mocht daarom vaststellen dat omdat het aanleveren van programmadragende signalen door de omroepen via een niet voor het algemene publiek toegankelijke één-op-één- verbinding tussen de omroepen en de kabelexploitanten geen mededeling aan het publiek is. Door te oordelen dat alle over te dragen naburige rechten aan de hand van de leveringsakte (in dit geval de exploitatieovereenkomsten) moeten kunnen worden geïdentificeerd, heeft het hof geen aanvullend vereiste in de bepaalbaarheidstoets geïntroduceerd, doch slechts tot uitdrukking gebracht dat die eis betrekking heeft op elk van de over te dragen goederen. De eis van voldoende bepaaldheid uit 3:84 lid 2 BW geldt namelijk ook voor overdracht van toekomstige goederen en naburige rechten.

Het incidentele beroep onder andere betreft het verweer dat Norma het in art. 14a lid 1 WNR bedoelde recht van de uitvoerende kunstenaar om toestemming voor heruitzending te geven niet kan uitoefenen, omdat dat recht in de regel niet meer aan de uitvoerende kunstenaar toekomt maar aan de producent, krachtens afzonderlijke overeenkomst van overdracht, of het wettelijk vermoeden van overdracht als bedoeld in art. 45d Aw jo. art. 4 WNR. De Hoge Raad bepaalt dat het Unierecht...


Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229