Gebruikmaken van vertrouwelijke bedrijfsgegevens van concurrent die via een werknemer van die concurrent zijn verkregen om opdrachten weg te kapen is onrechtmatig. Deskundigenonderzoek in boekhouding om vast te stellen of gedaagde daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van door medewerker eiser verstrekte bedrijfsgevoelige informatie. Kantonrechter had vorderingen van eiser niet mogen afwijzen zonder eiser de gelegenheid te bieden voor uitdrukkelijk aangeboden bewijslevering.
ONRECHTMATIGE DAAD - ONGEOORLOOFDE CONCURRENTIE
Tussenarrest in een zaak tussen twee houthandelaren over het vermeende gebruik van vertrouwelijke bedrijfsgegevens. Volgens eiser heeft een van haar werknemers vertrouwelijke bedrijfsinformatie toegespeeld aan gedaagde en heeft gedaagde deze informatie gebruikt om voor projecten waarvoor eiser offertes had uitgebracht offertes uit te brengen tegen een iets lagere prijs. Er was een concurrentiebeding opgenomen in de arbeidsovereenkomst van deze medewerker. Eiser vordert een deskundige onderzoek in de boekhouding van gedaagde om vast te stellen of gedaagde daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van door medewerker eiser verstrekte bedrijfsgevoelige informatie.
Het hof stelt vast dat gebruikmaken van vertrouwelijke bedrijfsgegevens van een concurrent die via een werknemer van die concurrent zijn verkregen onrechtmatig kan zijn. Volgens vaste rechtspraak is het handelen met iemand terwijl men weet dat deze persoon een met een derde gesloten overeenkomst schendt op zichzelf jegens deze derde niet onrechtmatig en mag men in beginsel zich mag wenden tot relaties van de concurrent. In casu is er echter welbewust samengespannen door gedaagde en de medewerker van eiser. Indien gedaagde voordeel heeft behaald met dit handelen vormt het handelen naar oordeel van het hof inbreuk op hetgeen gedaagde in het maatschappelijk verkeer jegens eiser betaamd. Er moet dus worden onderzocht of gedaagde daadwerkelijk voordeel heeft behaald.
Hoewel de kantonrechter de vordering tot openlegging van de boeken heeft afgewezen, omdat er geen begin van bewijs zou zijn dat de omzetdaling van eiser door gedaagde is veroorzaakt, wijst het hof de vordering toe. Eiser heeft namelijk uitdrukkelijk bewijs aangeboden door onder het onder ede laten horen van een aantal getuigen, waaronder de medewerker van eiser en gedaagde. De kantonrechter had de vorderingen van eiser niet mogen afwijzen zonder eiser de gelegenheid te bieden voor deze uitdrukkelijk aangeboden bewijslevering.
...
↧
IEPT20140311, Hof Den Bosch, Bedrijfsgegevens
↧
