Uit het perscommuniqué: "Hoewel de gegevensbewaring waartoe de richtlijn (2006/24/EG) verplicht, geschikt kan worden geacht om het daarmee nagestreefde doel te verwezenlijken, is de omvangrijke en bijzonder ernstige inmenging in de betrokken grondrechten niet voldoende ingeperkt om te garanderen dat deze inmenging daadwerkelijk tot het strikt noodzakelijke beperkt blijft.
Ten eerste omvat de richtlijn immers op algemene wijze iedereen, alle elektronischecommunicatiemiddelen en alle verkeersgegevens, zonder enig onderscheid, enige beperking of enige uitzondering naargelang van het doel van de strijd tegen ernstige criminaliteit. Ten tweede bevat de richtlijn geen enkel objectief criterium waarmee kan worden verzekerd dat de bevoegde nationale autoriteiten slechts toegang hebben tot en slechts gebruik kunnen maken van gegevens ter voorkoming, opsporing en strafrechtelijke vervolging van criminaliteit die, gelet op de omvang en de ernst van de inmenging in de betrokken grondrechten, als voldoende ernstig kan worden beschouwd om een dergelijke inmenging te rechtvaardigen. [...]
Ten derde legt de richtlijn met betrekking tot de bewaringstermijn voor deze gegevens een duur van ten minste zes maanden op, zonder enig onderscheid te maken tussen de categorieën gegevens naargelang van de betrokken personen of het eventuele nut van de gegevens ten aanzien van het nagestreefde doel. Verder ligt deze termijn tussen ten minste zes maanden en ten hoogste vierentwintig maanden, zonder dat de richtlijn preciseert op basis van welke objectieve criteria de bewaringstermijn moet worden bepaald teneinde te verzekeren dat deze tot het strikt noodzakelijke wordt beperkt.
Het Hof stelt bovendien vast dat de richtlijn geen toereikende waarborgen biedt om een doeltreffende bescherming van de gegevens te verzekeren tegen het gevaar van misbruik en tegen elke onrechtmatige toegang tot en elk onrechtmatig gebruik van de gegevens."
Lees hier meer. Het arrest vindt u hier.
↧
HvJEU verklaart de richtlijn betreffende gegevensbewaring ongeldig
↧