Gemeenschapsmerk – Vernietiging van beslissing R 2150/2011‑1 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 3 april 2012 houdende verwerping van het beroep tegen de weigering van de onderzoeker om het woordmerk „Ab in den Urlaub” in te schrijven voor waren van de klassen 35, 39, 41 en 43
Het beroep wordt afgewezen. Het woordmerk “AB IN DEN URLAUB” is beschrijvend voor vakantiediensten en heeft geen onderscheidend vermogen. Het publiek ziet het merk namelijk als aansporing om op vakantie te gaan. Omdat het relevante publiek bestaat uit Duitse consumenten, heeft de Kamer van Beroep terecht geoordeeld dat het bewijs van onderscheidend vermogen door gebruik beoordeeld moest worden aan de hand van het grondgebied van de Duitse Unie, waaronder het gehele of een deel van het grondgebied van België, Denemarken, Duitsland, Italië, Luxemburg en Oostenrijk vallen. De aanvrager heeft echter alleen bewijs aangedragen voor gebruik in Duitsland, waardoor de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld dat het merk geen onderscheidend vermogen heeft gekregen.
41. Die Beschwerdekammer hat daher zu Recht festgestellt, dass die Klägerin, die diese Feststellung im Übrigen nicht beanstandet, vor dem HABM nicht den Beweis erbracht habe, dass die angemeldete Marke durch Benutzung in allen betroffenen Mitgliedstaaten Unterscheidungskraft erlangt habe.
Lees het arrest hier.