Quantcast
Channel: Boek9.nl
Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229

Naschrift op Van Eek

$
0
0
BIE juni 2014, p. 136-139, Daan de Lange: "Ik onderschrijf dit uitgangspunt van Van Eek niet. Ik zie niet in waarom Rv en het Procesreglement naast elkaar zouden staan, in plaats van dat het Procesreglement hiërarchisch aan Rv is ondergeschikt. Hoe kan immers een buitenwettelijke regeling, die zonder enige democratische waarborg en controle is opgesteld, dezelfde status hebben als een wet in formele zin, waarover in de Tweede en Eerste Kamer is beraadslaagd en gestemd? Naar mijn mening heeft Rv evenmin een ‘lacune’ gelaten die zou moeten worden ingevuld met een buitenwettelijke regeling.

Dit verschil in uitgangspunt werkt vervolgens door in de argumentatielijnen van enerzijds mijzelf en anderzijds Van Eek. Ik probeer art. 9.1 Procesreglement in te passen in het wettelijke systeem. Van Eek kiest een daarop diametraal staande benadering. In nrs. 3.1 t/m 3.13 betoogt hij dat er – grote – verschillen zijn tussen enerzijds de regeling uit Rv en anderzijds die van het Procesreglement. Zijn conclusie is vervolgens dat (de wettelijke regeling van) art. 249 Rv niet in kort geding kan worden toegepast en dus buiten beschouwing moet worden gelaten, ten faveure van het (buitenwettelijke) Procesreglement (nr. 3.13). Hoe dit institutioneel en constitutioneel zit, blijft onduidelijk. Mijns inziens zou de enige rechtsstatelijk juiste conclusie van Van Eeks betoog moeten zijn dat art. 9.1 Procesreglement wijkt ten gunste van Rv. Zo bezien graaft Van Eek juist met veel inzet het graf voor art. 9.1 Procesreglement...

Viewing all articles
Browse latest Browse all 5229