Hof is voornemens de vraag of de door Beckers sinds juni 2008 toegepaste werkwijze afwijkt van het JMQ-procedé aan een deskundige vast te leggen en gelast een comparitie van partijen om te overleggen over de wijze van het onderzoek, de persoon van de deskundige en de aan deze te stellen vragen. De comparitie dient tevens om te bezien of een minnelijke regeling kan worden bereikt.
OCTROOIRECHT - OVEREENKOMST
Tussenarrest. Vervolg op IEPT20120404 (deelvonnis) en IEPT20120822 (eindvonnis). De rechtsvoorgangers van JMQ en Beckers hebben een overeenkomst gesloten betreffende de ontwikkeling door JMQ van diepgevroren magnetrongeschikte snacks. Beckers is in 2004 magnetrongeschikte kroketten, bereid volgens het JMQ-procedé, gaan produceren en verkopen. Medio 2008 doet Beckers geen opgave meer van de door haar geproduceerde volumes en betaalt zij geen royalty’s meer aan JMQ. De rechtbank heeft geoordeeld dat de overeenkomst (stilzwijgend) is verlengd en dat niet is komen vast te staan dat Beckers sinds juni 2008 niet langer gebruik maakt van het JMQ-procedé, zodat Beckers royalty’s verschuldigd is en nu zij deze niet heeft betaald, toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. Op grond hiervan heeft de rechtbank de overeenkomst ontbonden en Beckers veroordeeld tot het doen van opgave van verkoopvolumes.
De grieven richten zich tegen deze oordelen. Het hof gaat eerst in op de betwisting door Beckers van de stelling dat het ontwikkelde magnetrongeschikte nieuwe product na afloop van de initiële vier-jaars periode “technisch-uniek” is gebleven, op grond waarvan Beckers verplicht was tot verlenging. Beide partijen - en de rechtbank - gaan er vanuit dat Beckers niet verplicht was de overeenkomst te verlengen, als zij zelf een gelijkwaardig product op de markt brengt, bereid volgens een andere werkwijze dan het JMQ-procedé. De rechtbank is bij de beantwoording van de vraag of Beckers verplicht was tot verlenging van de overeenkomst niet ingegaan op de vraag of Beckers sinds juni 2008 een gelijkwaardig product op de markt brengt bereid volgens een andere werkwijze. De rechtbank is slechts ingegaan op deze vraag in het kader van beoordeling van de hoogte van royalty’s en heeft toen geoordeeld dat Beckers die stelling onvoldoende had onderbouwd en heeft vervolgens het (bewijs)aanbod gepasseerd.
Het hof is – de bewijslastverdeling in het midden latend – voornemens de vraag of de door Beckers sinds juni 2008 toegepaste werkwijze...