Geen nietigheid overdracht van 2 octrooien: onvoldoende onderbouwd dat octrooien (rechtstreeks) aan [vof] zijn overgedragen en niet via HPFI. Octrooiregister onvoldoende bewijs dat octrooien niet aan HPFI zijn overgedragen.
OVERDRACHT – OCTROOIRECHT
S & C stelt dat de overdracht van twee octrooien aan [vof] (later Ancientgrain) nietig is op grond van strijd met artikel 2:256 BW (oud) en/of 3:86 BW. Hierdoor zou S & C nog steeds houder zijn van de octrooien. S & C stelt dat de voorzieningenrechter ten onrechte niet aannemelijk heeft verklaard dat de octrooien (rechtstreeks) aan [vof] zijn overgedragen, maar dat zij deze aan HPFI heeft overgedragen, terwijl HPFI de octrooien heeft overgedragen aan [vof].
S & C onderbouwt de gestelde directe overdracht met een “verklaring van overdracht” van 5 juni 2008 en wijst ook op het octrooiregister. Het hof overweegt dat de registratie in het octrooiregister voor het bewijs van de overdracht slechts indirect van belang is omdat deze slechts plaatsvindt om aan de reeds bestaande overdracht derdenwerking te verlenen. Niet uitgesloten is dat niet alle tussenliggende rechthebbenden worden vermeld. Zo wordt S & C in het octrooiregister zelfs helemaal niet genoemd als houder van het octrooirecht. Hetgeen S & C heeft gesteld is in het licht van de gemotiveerde en onderbouwde weerspreking van Ancientgrain onvoldoende om een rechtstreekse overdracht aan [vof] aannemelijk te maken. Ancientgrain heeft namelijk verwezen naar twee overdrachtsovereenkomsten. Om te kunnen vaststellen of sprake is van een rechtstreekse overdracht aan [vof] is meer bewijs nodig, waarvoor in dit kort geding geen plaats is. Het hof wijst de vorderingen af.
IEPT20150217, Hof Arnhem-Leeuwarden, S&C v Ancientgrain
(ECLI-versie)
