Geen handelsnaaminbreuk: eiser voert geen onderneming onder handelsnaam “Eethuis Laila”
HANDELSNAAMRECHT
Kort geding. Eiser is eigenaar van een pand gelegen aan de Marktstraat 6 te Enschede. In 2006 heeft hij het pand van de naam “Eethuis Laila” voorzien, waarna hij het pand in de loop der jaren aan diverse exploitanten heeft verhuurd, die in het pand een horecagelegenheid onder de naam “Eethuis Laila” exploiteerden. Gedaagden zijn vennoten van een vennootschap die ook gevestigd is in Enschede en blijkens het handelsregister de handelsnaam “Eethuis Laila” heeft gevoerd tussen 5 maart 2010 en 5 maart 2015, toen de onderneming gaan de Marktstraat 6 was gevestigd. Thans wordt de handelsnaam “Eethuis Laila Plus” gevoerd. Eiser vordert onder meer een inbreukverbod.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een handelsnaaminbreuk, nu eiser geen onderneming voert onder de handelsnaam “Eethuis Laila”. Met de opvatting van eiser dat hij door het pand te voorzien van die naam de handelsnaam ‘Eethuis Laila’ aan zijn onderneming heeft verbonden, miskent hij dat nergens uit blijkt dat hij onder die handelsnaam handelt. Het gevorderde voorschot van € 25.000 in verband met huurachterstand, schade aan het pand en inventaris wordt afgewezen, omdat niet aannemelijk is geworden dat eiser een dermate spoedeisend belang heeft dat een onmiddellijke voorziening bij voorraad vereist is.
IEPT20150522, Rb Overijssel, Eethuis Laila
(ECLI-versie)